Godfried-Willem RAES

<PRIMES FOR CHEOPS>

MP3-download

1989/2009/2011

Klik hier voor de nederlandse tekst download the original score (PDF 1522 KB) computer generated piano-roll score (Ascii)

1989 source code

1989 executable

2009 GMT code Robot orchestra oboe robot Homepage

This work was commissioned by the Flemish 'Cheops-Quartet'. This quartet consists of a flute (Bert Jacobs), an oboe, a double bass (Xavier Verhelst) and a piano. In the following score the instruments are notated in the same order.

The compositional idea at the core of this work, from which also the title was derived, is entirely based upon prime-numbers. Prime-numbers not only control the rhythm but also the pitch- system. The score was generated by a fairly exhaustive computer-program which functions as as an expert-system. This means that starting from a given problem - in this case the instrumentation of the quartet - following and algorithmic system it will result in a score. Nevertheless I wrote the program in such a way that each time I run it, I can evaluate the result and implement the evaluation as new data. Thus when this process is being repeated it will get closer and closer to my original aesthetic intentions. Therefore I can say that the program is able to learn and to grow.

Also the knowledge of the judging of the possibilities and limitations of each instrument was integrated in the program.

Performance directions

1. Pitch-system

All notes are to be heard as they were written. This counts in particular for the double basspart that wasn't written, as it usually is, one octave too low.

Considering the requested range it is recommended to play this part, whenever possible, using harmonics.

Octavations are not allowed because they would obstruct the structural coherence of the pitch-system. Besides that, not all pitches appear in all of the octaves.

The pitches used all belong to the following "scale" (here given as midi-numbers).

 29 35 37 43 47 49 53 55 59 61 63 64 65 66 67 68 69 71 73 77 79 83 85 89 95 97 103

It is recommended to start the study of this work by studying the scale throughout the range of each separate instrument.

One of the abstract musical subjects of this work is the process according to which the pitch- and rhythm-system attempt to find a certain coherence and 'harmony'. A musicological study of the work would show that throughout its evolution by means of countless inter-instrumental collisions it builds up a musical- harmonic system that results in the perfectly traditional closing chord (G# minor).

2.Rhythmic system

The whole work was written in one of the very few time signatures that never really occur in it: 4/4. Performing the work should not be done with this signature in mind. In reality the instruments play according to constantly changing meters that relate to each other as 3,5,7,9,11,13,17 (prime-number ratios.)For the sake of the clarity of this it is important to have each start as metrically precise as possible. The pulse - the sixteenth note - has to remain clearly audible and palpable as the rhythmically pulsating element throughout the piece. When at least 3 instruments start a note together, this start should always have a dynamic accent (most often indicated with a > sign.)

I am conscious of the fact that this work is rhythmically not very easy to perform. But the players are not only allowed, but even recommended to perform the work in an interactive way: reciprocal signs can be given and starts physically indicated. This is part of the 'dramatic' aspect of the work.

As far as tempo is concerned there are various possible options.

a. All of the work can be performed in one steady tempo. Choose between M.M.=60 and M.M.=84.

The indications tempo 1, tempo 2, tempo 3 can then be disregarded.

b. The tempo at the beginning is chosen as M.M.=60 or M.M.=80. This will then be tempo 1 in the score. Tempo 2 will then be a metrical modulation in a ratio to be chosen as 2/3 or 3/2. Tempo 3 will be a metrical modulation in a ratio to be chosen as 5/3 or 3/5.

This would give:

When tempo 2 is chosen slower than tempo 1 then tempo 3 should be faster and vice-versa.

The duration of this piece, depending on the chosen speed varies between 11 and 16 minutes.

3. Dynamics

The dynamics and phrasing, apart from what was said before about accentuation of simultaneous starts and metrical framework, rely entirely upon the musicality of the performers. It is strongly advised to apply phrasing each time something close to a phrase occurs, because otherwise memorizing the often whimsical melody would be quite difficult.

Dynamics transiting through the ensemble are not allowed, but the use of field-dynamics can be considered.

Godfried-Willem Raes

Gent June/July 1989


[Back to logos homepage]

[Back to Godfried-Willem Raes index page]

[Back to library]

MP3-download


Godfried-Willem Raes

"Primes"

1.-"Primes for Cheops"

Dit stuk ontstond in 1989, in opdracht van het Vlaamse Cheops-ensemble. De instrumentatie omvat 1 dwarsfluit, 1 hobo, 1 kontrabas en piano. In de speelpartituur zijn de instrumenten dan ook van boven naar onder in die volgorde voorzien. De 'piano-rol' afdruk maakt dit heel duidelijk.

De kompositorische idee die aan het stuk ten grondslag ligt, en waaraan ook de titel werd ontleend, is volledig gesteund op priemgetallen. Priemgetallen beheersen niet alleen de ritmiek maar ook het gebruikte toonsysteem.

Voor de generatie van de partituur werd een vrij omvangrijk komputerprogramma geschreven dat zich gedraagt als een expert-systeem. Dit wil zeggen dat het vanuit een gegeven probleem - in dit geval de bezetting van een gegeven kwartet met piano- , op grond van een algoritmisch regelsysteem tot een partituur komt.

Ik schreef het programma echter zo, dat elke keer dat ik het laat lopen, het resultaat door mij kan worden geevalueerd en dat ik deze evaluatie als nieuwe gegevens in het programma kan inbrengen zo dat het elke keer dit proces wordt herhaald, dichter kan komen bij wat me als na te streven estetiek en spanningsopbouw voor ogen stond. Het programma is dus in zekere mate tot leren en groei in staat. Het oorspronkelijke programma loopt alleen onder DOS op een 80386 komputer. Het werd geschreven voor de BC7 kompiler van Microsoft.

Ook het beoordelen van de mogelijkheden en beperkingen van elk instrument afzonderlijk werd als kennis aan het komputerprogramma overgedragen.

In 2009 vertaalde ik een deel van het programma voor de Power Basic compiler, binnen de GMT kontekst, waardoor het stuk nu ook met mijn robot orkest kan worden gespeeld.

Speelaanwijzingen

1. Toonsysteem

Alle noten werden geschreven op werkelijk klinkende toonhoogte. Dit geldt in het bijzonder ook voor de kontrabaspartij, die hier niet zoals gewoonlijk, een oktaaf te laag staat geschreven.

Gezien de gevraagde tessituur verdient het aanbeveling, deze partij waar mogelijk uit te voeren gebruik makend van harmonieken. Uiteraard dienen deze bijzonder toonvast te worden uitgevoerd.

Oktaveringen zijn in dit stuk niet toegestaan, omdat zij de strukturele opbouw van het gebruikte toonsysteem in de weg staan. Niet alle noten komen immers in alle oktaafliggingen voor.

Alle gebruikte noten behoren tot volgende 'toonladder' (hier gegeven als midi-getallen, waarbij 60= centrale do):

29 35 37 43 47 49 53 55 59 61 63 64 65 66 67 68 69 71 73 77 79 83 85 89 95 97 103

Het verdient aanbeveling de studie van dit stuk aan te vatten met de vlotte studie van deze toonladder doorheen de tessituur van elk instrument afzonderlijk. ( cfr. bijblad ).

Een van de abstrakt muzikale onderwerpen van dit stuk is het proces waarbij dit toon- en ritme-systeem naar een bepaalde samenhang en 'harmonie' poogt te zoeken. Wie het stuk muzikologisch zou analyseren, zal ontdekken dat er doorheen het stuk geleidelijkaan en via talloze inter-instrumentale botsingen een muzikaal- harmonisch systeem ontstaat dat uitmondt in het volkomen traditionele slotakkoord van het stuk (Sol#-mineur).

2. Ritmiek

Het gehele stuk werd genoteerd in zowat de enige maatsoort die er hoegenaamd nooit in voorkomt: 4/4. Bij het spelen mag dan ook niet in deze maat worden gedacht. In werkelijkheid spelen alle instrumenten steeds in steeds weer wisselende metrums die zich tot elkaar verhouden als 3,5,7,9,11,13,17 (priemverhoudingen).

Opdat die goed zou uitkomen is het van het grootste belang elke inzet metrisch zo zuiver mogelijk uit te voeren. De puls -de zestiende noot- moet als ritmisch stuwend element doorheen het gehele stuk duidelijk hoor- en voelbaar blijven. Wanneer minstens drie instrumenten samen een noot inzetten, dient deze inzet steeds met een dinamisch aksent te gebeuren (vaak aangeduid met het > teken).

Ik ben er mij terdege van bewust dat dit stuk op ritmisch vlak nu niet bepaald eenvoudig uit te voeren is. Het is de spelers echter niet alleen toegestaan, maar ook aanbevolen, dit stuk zo interaktief mogelijk te spelen: er mogen wederzijdse tekens worden gedaan en inzetten aangegeven. Het behoort tot de voorziene 'dramatiek' van dit stuk.

Wat betreft het tempo zijn er enkele verschillende opties mogelijk.

a. Het gehele stuk kan in een enkel rotsvast tempo worden uitgevoerd. Kies M.M.= 60 als minimum en M.M.= 84 als maximum.

De aanduidingen tempo 1, tempo 2, tempo 3 in de partituur kunnen dan verwaarloosd worden.

b. Het begintempo wordt gekozen als M.M.= 60 of M.M.= 80. Dit wordt dan tempo 1 zoals aangegeven in de partituur. Tempo 2 komt dan neer op een metrische modulatie in een verhouding 2/3 of 3/2 naar keuze , tempo 3 op een metrische modulatie in een verhouding 5/3 of 3/5 naar keuze.

Omgerekend wordt dit dus :

Wanneer tempo 2 lager wordt gekozen dan tempo 1 dient voor tempo 3 de snellere keuze te worden gemaakt en vice versa. Wanneer voor deze vorm van metrische modulatie wordt geopteerd, dan dient zij met de grootste striktheid te worden uitgevoerd! Een rubato is hier zeker niet toegestaan.

De tijdsduur van het stuk, uiteraard afhankelijk van het gekozen tempo varieert van 11 tot 16 minuten.

3. Dinamiek

De dinamiek en frasering, afgezien dan van wat tevoren werd gezegd inzake simultane inzetten en duidelijk profilering van de metriek , heb ik bewust aan het muzikaal inzicht van de spelers overgelaten. Het is sterk aan te bevelen fraseringen boven elke min-of-meer-zin aan te brengen, omdat de memorisering van de vaak erg grillige melodiek anders wellicht wat al te moeilijk zou worden.

Overgangsdinamiek over het geheel van het ensemble is echter niet toegestaan. Toepassing van plannendinamiek echter kan worden overwogen.

Godfried-Willem RAES

Gent,juni/juli 1989.


2.-"Primes for Player Piano and Percussion" (pppp)

In 1995 herwerkte ik 'Primes for Cheops' voor uitvoering op mijn toen pas afgewerkte playerpiano in kombinatie met gesampelde perkussieklanken. Voor deze versie staat geen partituur ter beschikking, doch slechts een uitsluitend via de komputer speelbare midi-file (een 'piano-rol' voor de player piano en een midi sekwens voor de sampler) speciaal aangepast voor het gebruikte instrumentarium.

Deze versie beleefde haar premiere op 14.02.1996 tijdens de 11e Week van de Hedendaagse Muziek, in het Konservatorium van Gent.


3.-"Primes for Robot Orchestra"

In 2009 herwerkte ik 'Primes for Cheops' voor uitvoering op mijn robot orkest. Daarvoor werden de volgende geautomatiseerde instrumenten ingezet: de Player Piano, <Ob> voor de hobo partij, <Qt> voor de fluit partij, en <Heli> voor de kontrabaspartij. Een toevoeging van slagwerk -in deze versie beperkt tot <Snar>- uit de tweede versie werd ook hier behouden. Deze versie ging in premiere op donderdag 15 januari in de Logos Tetraeder.

De`opname ervan verschijnt binnenkort op het Logos publiek domein label, LPD. MP3-download


[Back to logos homepage]

[Back to Godfried-Willem Raes index page]

[Back to library]

P.S.: Voor uitvoeringen van dit stuk moeten noch mogen auteursrechten worden betaald. Elke poging tot inning van auteursrechten naar aanleiding van publieke uitvoeringen van dit stuk kan gerechterlijk als poging tot afpersing worden vervolgd. Het stuk is hierbij door de auteur in het publiek domein geplaatst. .


First published on the web on november 21th -3. Last update : 2011-02-27