inhoud    kalender    koncertberichten    lpd007    vermont    logos on the road    kolofon

 

Koncertberichten

 

 

LOGOS M&M ENSEMBLE

Het M(ens)&M(uziek) Ensemble is het nieuwste huisensemble van Stichting Logos. Levende muzikanten gaat er de confrontatie aan met het uitgebreide arsenaal aan muziekautomaten, door Stichting Logos zelf ontworpen. De bezetting van het ensemble varieert (dit concert met o.a. Marc Maes, Stefan Smagghe, Thomas Smetryns en Lies Ghellynck) maar het gaat telkens om muzikanten die niet enkel een professionele muzikale opleiding en ervaring hebben maar ook de nodige techn(olog)ische bagage in huis hebben. Het M&M ensemble staat dan ook garant voor technologisch vernieuwende muziekervaringen!

Er staan enkele werken van Godfried-Willem Raes, de ontwerper van de meeste Logos-automaten, op het programma, o.a. Paradiso (2001). Dit werk werd aanvankelijk geschreven op aanvraag van Paul Koek die enkele muziekautomaten in een theater event wou opvoeren. Het stuk ging in première op 12 november jgl. in de Amsterdamse Paradiso als begeleiding bij twee meisjes die op de scene met een Aibo robot speelden. Na de première vond G-W. Raes dat er nog meer potentieel in de algoritmes (gebruikt in Paradiso) stak en breidde het stuk verder uit zowel qua duur als instrumentatie. Terwijl de eerste versie van Paradiso enkel uit één deel berstond en voor drie automaten bedoeld was, krijgt u in dit concert 6 automaten en 6 musici te horen in een twee-delig Paradiso. G-W. Raes veranderde ook het aanvankelijke (eenvoudige) modulatieschema in een gesofistikeerd spectraal systeem. Elke modulatie wordt voorbereid door boventonen die verschuiven. Hij ontwikkelde hiervoor nieuwe funkties in zijn sofware programma GMT om de vereisten voor zo een harmonische systemen te implementeren ("spectral stretching, compression, non linear spectra, irrational spectra...).

De Poolse komponiste Barbara Buchowiec schreef een nieuw werk, "Fugato", voor de automatische piano van Logos en ook de Deens/Amerikaanse komponist en saxofonist Rene Mogensen ging na een bezoek aan Logos de voorbije zomer enthousiast aan het werk om een nieuw stuk, "Swarm", te schrijven voor de automaten. Rene Mogensen is zowel binnen de klassiek-hedendaagse als jazz-wereld aktief. Hij was gastkomponist voor verschillende muziekcentra (o.a. in Denemarken, Italië en Canada).

Machines...
VIBI is de nieuwste telg van de automatenfamilie. Deze automatische vibrafoon bezit een individueel dempermechanisme (per staaf) en de mogelijkheid om de dynamiek en het tremolo-effekt precies te controleren.

ROTOMOTOM is een automaat met 5 rototoms. Elke rototom kan door verschillende koppen aangeslagen worden waarbij de snelheid en de luidsterkte perfekt te regelen zijn. Bovendien kan ook de toonhoogte veranderd worden omdat ook het opspannen van het trommelvel geautomatiseerd is. De Rotomoton is zeker niet de enige slagwerk-automaat van Stichting Logos, daarnaast zijn er nog: KLUNG (geautomatiseerde anklung-indonesisch instrument), SPRINGERS (maracas en sirene), TROMS (7 bongo's en troms) en THUNDERWOOD (windmachine, donderblik, woodblocks,...)
HARMA is het sinds juni voltooide automatische harmonium. Het oorspronkelijke harmonium uit het einde van de 19de eeuw begint hiermee aan een tweede leven.
De PIPEROLA en VOX HUMANOLA, twee oude orgel registers, werden de high-tech wereld ingecatapulteerd en zijn nu volledig automatisch en computer-bestuurd.
Meer info over de Logos-automaten is te vinden op: www.logosfoundation.org/instrum_gwr/automatons.html

Mensen...
Organist - klavecinist Marc Maes (°1970) studeerde aan het voormalig Koninklijk Conservatorium te Gent. Hij behaalde er verscheidene einddiploma's, o.a. klavecimbel, aggregaat en 'meester in de muziek' voor orgel, kamermuziek en improvisatie. Momenteel studeert hij nog orgelbouw aan de Gentse Hogeschool en -daarmee gepaard gaande- bouwde hij samen met Godfried-Willem Raes enkele orgelautomaten voor Stichting LOGOS.
Sinds enkele jaren geeft Marc Maes les in het Deeltijds Kunstonderwijs en daarnaast is hij ook aktief als uitvoerder, speciaal op het vlak van de hedendaagse muziek, waarbij hij zich momenteel toespitst op de komposities voor synthesizer van Karlheinz Stockhausen. Als adviseur voor 20ste-eeuwse instrumenten werkt hij samen met het Muziekinstrumentenmuseum te Brussel.
Verder komponeerde hij ook reeds een groot aantal werken voor klavierinstrumenten, blazers, gitaren, kamermuziek-ensembles, filmmuziek,...

Kristof Lauwers studeerde gitaar en kompositie aan het Gentse conservatorium. Hij specialiseert zich in allerlei muziekelectronica en werkte o.a. samen met Laura Maes voor het Gentse Feel Estate festival. Hij schreef reeds verschillende komposities voor de Logos-automaten.

Stefaan Smagghe (°1969) speelde als free-lance violist bij o.a. Spectra, Champ d'Action, het Symfonieorkest van Vlaanderen en Academia Amanti dell'Arte. Met eigen werk en improvisaties treedt hij regelmatig op in het avantgardecircuit zoals tijdens het FLEA-festival 1997 (NL, VS, D & B) of het November Music Festival 2001 (samen met gambist Dirk Moelants en Bruno Forment).

Daarnaast o.a. gitarist Thomas Smetryns, zangeres Lies Ghellynck, Moniek Darge, Godfried-Willem Raes en (onder voorbehoud) cellist Arne Deforce.

 

 

 

SALING ASAH - GAMELAN ENSEMBLE

De gamelan is een van oorsprong Indonesisch ensemble met allerlei metalen (gongs) en houten percussie-instrumenten. De bezetting varieert naar gelang van de regio en de funktie of festiviteit waarvoor ze gebruikt worden. De voorbije 50 jaar werd de gamelan ook gebruikt in de Westerse hedendaagse muziek bij komponisten als Lou Harrison en John Cage. Het Belgische Saling Asah ensemble wil deze kruisbestuiving tussen klassieke Indonesische en Westerse muziek verderzetten en werkt daarom samen met zowel Indonesische als Belgische muzikanten.

Voor het concert in Logos koos Saling Asah voor een typisch Balinees thema: de levensvreugde en de ode aan elk levensmoment. Naast klassieke Indonesische komposities brengen ze ook nieuw werk van de twee hoofdbezielers van het ensemble: Zachar Laskewicz en Made Agus Wardana.

Zachar Laskewicz (directeur en stichter van Saling Asah) werd in 1971 geboren in West-Australië. Sindsdien behaalde hij een licentie in theaterwetenschappen in Australie, een licentie in experimentele kompositie aan het Gentse conservatorium en een PhD aan de RUG. Hij is vooral geboeid door het experimentele muziektheater. Zijn werk werd internationaal uitgevoerd in o.a. Perth, Moskou, Gent, Antwerpen, Brussel, Denemarken, Hesinki, Vilnius en Sloveni. Het is deze belangstelling voor 'totale muziek' die aan de basis ligt van zijn fascinatie voor de Indonesische kunst: de notie van een 'muzikale kultuur op zich' bestaat er niet want de gamelan maakt er deel uit van het dagelijkse leven, van theater, dans en poppenspel.

Made Agus Wardana (artistieke leiding van Saling Asah): "Made Agus Wardana werd geboren in 1971 te Denpasar, Bali. Vanaf zijn vijfde kreeg hij van zijn familie les in Balinese dans en gamelan. Later vervolledigde hij die kennis aan de kunstakademie. Hij won talrijke prijzen op gamelanfestivals, waaronder de eerste prijs op het Balinese Traditionele Kunstenfestival in 1994. Deze prijs betekende het begin van een veelbelovende internationale loopbaan. Na het beëindigen van zijn studies werd hij cultureel medewerker bij de Indonesische Ambassade in Brussel.

 

 

 

VALERI SCHERTSJANOI

Een groot deel van de hedendaagse avant-garde en de experimentele kunst is ondenkbaar zonder de invloed van het Futurisme in het begin van de 20ste eeuw. In het concert dat Valeri Scherstjanoi brengt wordt duidelijk hoe het Russische Futurisme aan de wieg stond van de hedendaagse 'sound poetry' en allerlei experimenten met tekst en geluid.

Het Russische Futurisme was een zeer diverse beweging met veel verschillende groeperingen.
De eerste en belangrijkste beweging was het 'Cubofuturisme'. Hiertoe behoorden o.a. Majakovski, Malevich en Chlebnikov. Zij publiceerden in 1912 het manifest: 'Een slag in het gezicht van de publieke smaak'. Met dit manifest werden meteen een aantal belangrijke programmapunten duidelijk: het afrekenen met het verleden en het verlangen naar een nieuwe poëtische taal. In latere manifesten werd ook de nadruk gelegd op technologie en urbanisatie, het vermengen van literatuur met beeldende kunst, primitivisme, de nadruk op verbeeldingskracht en de steun aan de socialistische revolutie.

De meest experimentele 20ste-eeuwse dichter van Rusland is waarschijnlijk Chlebnikov. Terwijl veel van zijn collega "cubo-futuristen" gretig naar West-Europa keken om nieuwe ideeën op te doen, wou hij de Russische taal net ontdoen van alle westerse invloeden. Hij ging op zoek naar de etnische en zoomorfische wortels van zijn geboortetaal en veranderde die in een plastisch en muzikaal gegeven. Hij schreef gedichten in een nieuwe taal, het Zaum. Deze taal,ontwikkeld door Kruchenykh (waarvan op het concert ook werken te horen zullen zijn) is een terugkeer naar het irrationele en het primitieve in de taal. Zaum zit vol "poetische onregelmatigheden" als afgebroken woorden en benadrukt de geluidskwaliteiten van de taal. In "Zangezi" (waaruit op het concert fragmenten gebracht zullen worden) wordt deze zaum uitbundig benut.

Kruchenykh, de uitvinder van het Zaum, stichtte in 1919 de literaire groep "41°" waar ook Zdanevich (1894-1975) lid van was. Deze dichter die hele theaterstukken in het Zaum bedacht was een invloedrijke figuur in de Parijse tak van de Dada-beweging (onder de pseudoniem Iliazd). In 1949 publiceerde hij één van de eerste anthologieën van Dada- en Zaumliteratuur. Ook van hem is werk te horen op het Logosconcert.

Naast het werk van Russische futuristische auteurs (Chlebnikov, Zdanevich, Kruchenykh, Kamensky, Malevitch, Guro en Tufanov) brengt Scherstjanoi ook eigen klankgedichten.
Valeri Scherstjanoi werd geboren in 1950 in de voormalige Sovjet-Unie. Na zijn studies Germaanse letterkunde verhuisde hij naar Oost-Duitsland en momenteel verblijft hij in Munchen. Sinds 1968 specialiseert hij zich in de Russische avant-garde. In 1998 schreef hij hierover het boek "Tango mit Kühen. Anthologie der russischen Lautpoesie zu Beginn des 20.Jahrhunderts" (edition selene).
Vanaf 1981 begint hij ook zelf op te treden als woordkunstenaar met eigen werk en dat van Russische futuristen. Sinds 1990 was hij te zien en te horen op verschillende festivals binnen en buiten Duitsland. Hij was tevens de organisator van het Bobeobi-Festival in Berlijn en verleende zijn medewerking aan verschillende radio- en televisieprogramma's (vnl. in Duitsland) en nam 2 cd's op: "Lautland" (1998) en "Lautkonzert" (2001).

 

 

 

REINIER VAN HOUDT

"Zoals sommigen van jullie misschien weten is in het jaar 2001 Rotterdam, de stad waarin ik woon, een 'culturele hoofdstad van Europa'.
Dat betekent echter voor de meesten van ons niets uitzonderlijks: ieder jaar namelijk maken kunstenaars voorstellingen, exposities, concerten en boeken en nemen anderen er kennis van. En niet alleen in Rotterdam: de wereld is een stad, een plaats waar we elkaar tegenkomen, haten, liefhebben, negeren, benijden, waarderen, uitlachen of toejuichen: hoe dan ook, we grijpen in elkaar, we hebben elkaar nodig, en wereldwijd vormen we iets levends en ook iets stervends.
Daarom nodig ik jullie ditmaal eens uit voor een 'gewoon' concert, een concert dat dit gewone bezingt, deze wereldwijde levendigheid en zieltoging van dat wat geen bankrekening heeft, geen huis bewoont, geen paspoort bezit en geen cultureel hoofdstadsjaar nodig heeft om zich te presenteren: dit grenzeloze verkeer van de zich naar alle uithoeken uitstrekkende, vibrerende, innerlijke stad. Wat ís er nog meer, wat wil je nog meer?
Het wordt een gewone avond, met mij en de piano en de componisten die deze stad doorkruisen, en daarom bijzonder: een avond in geen enkel kader, zonder speciale gelegenheid, zonder thema, zonder toeters en bellen, geen onderdeel van een festival of concertserie. Een nomadische avond, die overal ter wereld plaats zou kunnen vinden, vitaal, chaotisch, teer, wreed, helder en mysterieus als het leven zelf, ter eeuwige gelegenheid van het oor.
Ik zou het geweldig vinden om jullie op deze avond te zien en na afloop de hand te mogen schudden, zomaar, omdat dit er altijd al was en er altijd zal zijn en wij dat vieren,
tot dan,
Reinier van Houdt"

Maar liefst vier komponisten schreven speciaal voor dit Inner Cities-project een werk.
Alvin Curran (VS) is één van hen, hij werkt al enkele jaren aan een heuse "Inner Cities"-pianosuite. De titel Inner Cities verwijst naar een oud boeddhistisch concept dat het lichaam reeds een innerlijke stad bevat. Het zijn niet alleen de mensen die op diverse plaatsen de steden in- en uit lopen, maar ook de steden en het heelal stromen op diverse plaatsen de mobiele en communicerende mensen uit en in.
Flarden van jiddische muziek, Art Tatum, Czerny en Chopin doorkruisen de muziek van Alvin Curran. Zoals hij het zelf uitdrukt: "Of het nu een schema van mijn recente geschiedenis of een stratenplan van Atlantis is, het blijft een 50 minuten durende pianosuite, oorspronkelijk bedoeld als een reeks korte neurale kaarten van 2 tot 5 minuten elk, gebaseerd op iedere grote stad die voor mij iets te betekenen had, en gekomponeerd vanuit een geïnspireerde onbevangenheid". illustratie: Ester van der Wiel

Ook de Amerikaan Charlemagne Palestine (VS) schreef een werk voor Reinier Van Houdt. Deze komponist is samen met La Monte Young, Terry Riley en Steve Reich één van de pioniers van de Amerikaanse Minimal Music. Nadien was hij ook als visueel kunstenaar zeer succesvol met heel persoonlijke installaties. Palestine ziet zichzelf als een alchemist, die zich concentreert op de chemie en kleur van het geluid. Zijn werk wil een spirituele en interne verandering te weeg brengen bij de luisteraar. Daarnaast zijn er ook 2 Nederlandse komponisten die nieuw werk leverden voor Inner Cities: Paul de Jong en Rita Knuistingh Neven.

Paul De Jong studeerde in Nederland en de V.S. en vestigde zich in New York waar hij aktief is als cellist en komponist. Tien jaar lang vormde hij samen met komponist Sauer het multi-instrumentaal duo The Brain. Hij komponeerde voor en speelde in diverse dans- en teaterprodukties. Hij is mede-oprichter van het New Yorkse Vector-ensemble en met Reinier Van Houdt vormt hij het Igitur ensemble dat zowel klassieke als hedendaagse muziek brengt. De komposities van Paul de Jong voor electronics of ensembles werden op verschillende festivals in Europa en de V.S. gespeeld.

Rita Knuistingh Neven studeerde in 1988 af voor piano aan het Rotterdamse conservatorium. Rond haar vormde zich het Knuistingh Neven-ensemble dat zich toelegt op hedendaagse muziek met de klemtoon op theatraal werk en gedichten. Rita Knuistingh Neven is auto-didakt op compositorisch vlak, ze begon te komponeren voor haar ensemble.

Naast de vier genoemde gloednieuwe werken speelt Van Houdt ook nog pianowerk van Arthur Sauer (NL), Tom Johnson (VS) en Virko Baley (VS-Rus).

Reinier Van Houdt bestudeerde de piano, maakte geluidsobjecten met taperecorders, haalde ongewone geluiden uit gewone voorwerpen, improviseerde in diverse groepen, experimenteerde met notatie, fabriceerde hoorspelen en klanklogboeken. Na de middelbare school ondernam hij uitgebreide pianostudies in Den Haag en Budapest, tot het uiterste een fascinatie volgend voor de zaken die niet noteerbaar zijn: kleur & timing - de punten waar interpreteren raakt aan improviseren. Zijn pianistiek ging terug naar de principes van het pre-digitale tijdperk: muziek is niet terug te voeren tot een partituur, tien vingers of de quasi-eeuwigheid van ronde geluidsdragers. Op zoek naar een muziek voorbij intellectuele en emotionele manipulaties "ontdekte" en speelde hij de afgelopen jaren: Erik Satie (Satie-festival Bremen), Maria de Alvear (festival Alternativa in Moskou), Alvin Lucier (recital in Logos in Gent), Morton Feldman (Triadic Memories in Knitting Factory New York), Ferruccio Busoni (Fantasia Contrappuntistica in Budapest), Giacinto Scelsi (première complete suites in Rotterdam, later oa in Toronto, Montreal, Las vegas, San Francisco, Phoenix en New York), John Cage (integrale Wintermusic in Kunstraum Düsseldorf), Cornelius Cardew (Rumori-festival Amsterdam), Alvin Curran (concert in Edmonton), Michael von Biel (festival Anti Qua Musica in Den Haag), Charlemagne Palestine, Jerry Hunt, Michael Pisaro etc... Verder is Reinier van Houdt lid van het Ives Ensemble en ontving hij onlangs een stipendium van het Fonds voor de Podiumkunsten om de Piano-Symphony van Kaikhosru Shapurji Sorabji te bestuderen.

 

 

 

ENSEMBLE EXPERIMENTELE MUZIEK - CONSERVATORIUM GENT

Leerlingen van het Gentse conservatorium brengen een programma rond de "New York School" met werk van Earle Brown, John Cage, Christian Wolff & Morton Feldman. In 1949 raakte de Amerikaanse komponist Morton Feldman in New York bevriend met John Cage.
Hun vriendenkring strekte zich niet enkel uit tot medecomponisten als Earle Brown en Christian Wolff maar ook tot schilders als Mark Rothko, Jackson Pollock en Robert Rauschenberg.

Er was geen sprake van een echte school (met leraars en een welomlijnde stijl) maar eerder van een stimulerende vriendenkring die elkaars werk leerde kennen en bediscussiëerde. Voor verschillende kunstenaars was deze fase een beslissend moment in hun loopbaan. John Cage bijvoorbeeld enthousiasmeerde Feldman om verder te zoeken naar een volledig systeemloze, intuïtieve muziekstijl.

De vier komponisten waren ook belangrijk omdat ze de eerste groep waren die op zoek ging naar methodes om het toeval een rol te laten spelen in de muziek, muzikanten kregen daardoor meer (of andere) vrijheden dan in voorafgaande muziekstukken. Feldman was bijvoorbeeld de eerste om een muziekwerk enkel grafisch te noteren.

studenten: Heleen Van Haegenborgh (piano), Eva Van de Voorde (basklarinet, klarinet), Jonas Pannecoucke (gitaar), Thomas Smetryns (luit, mandoline).