inhoud    kalender    koncertberichten    archief    shop    japan    logos on the road    kolofon

 

Koncertberichten

 

 

FRIEDRICH GAUWERKY

Programma:
  • Violoncello aus Orchester-Finalisten (1995) - Karlheinz Stockhausen
  • When Art Imitates Entertainment (1996) - Benedict Mason
  • General Bass (1972) - Mauricio Kagel
  • Winter,Blumen (1995) - Gerhard Staebler
  • Grat (1972) - Wolfgang Rihm

 

Bij Mauricio Kagel is muziek altijd theater. "General Bass" (1972) is afkomstig uit de cyklus "Programm. Gespraeche mit Kammermusik" waartoe ook werken behoren als "Unguis Incarnatus est" en "Recitativarie fur singende Cembalistin". Bij de première van deze cyklus mocht het publiek na elk stuk zijn kommentaar geven. "Dit is te vergelijken met een Singspeil," aldus Kagel, " waar de geproken intermezzi de basis zijn om de akteurs te begrijpen.
Verwijzingen naar het muziekverleden en naar de religie (waar muziek een onderdeel is van een ritueel theater) zijn legio in deze werken, ook in "General Bass- voor continue instrumentklanken" waar de cello, in tegenstelling tot de ondersteunende funktie van de basso continuo in de barok, zelf een poging tot polyfonie onderneemt.

M. Kagel
Mauricio Kagel
(foto: Ralf Gerhard)
K.Stockhausen
Karlheinz Stockhausen
(foto: Kathinka Pasveer)

"Violoncello aus Orchester-Finalisten" is afkomstig uit de opera Woensdag van de Duitse komponist Karlheinz Stockhausen. Deze komponist houdt zich sinds 1977 bijna uitsluitend bezig met het schrijven van een gigantisch muziektheaterwerk, de operacyklus "Licht" die naar lengte zelfs de Ring van Wagner zal overtreffen! In deze opera's spelen naast de drie hoofdkarakters de muzikanten zelf een zeer belangrijke rol. Zij komen vanuit de orkestbak op het hoofpodium te staan en vormen een aanvulling op de akteurs. De delen uit de opera's, waaronder ook het "Violoncello aus Orchester-Finalisten", kunnen zowel scenisch (als theater) als louter muzikaal uitgevoerd worden.

 

G.Staebler
Gehrard Staebler

"Winter, Blumen" voor cello en rekwisieten (fiets-toeters) van Gehrard Staebler is een verfijnd stuk muziektheater gebaseerd op een gedicht van Friedrich Hölderlin en de persoonlijke reiservaringen van de komponist in Libanon. Staebler kwam onder de indruk van het Libanese volk dat, ondanks de enorme verwoestingen door de burgeroorlog zijn spontaniteit, openheid en goed humeur wist te behouden.
De Duitse komponist Gerhard Staebler werd in 1949 geboren nabij Ravensburg. Hij stuurde orgel aan de Folkwang-Hochschule van Essen en kompositie bij Nicolaus A. Huber. Hij volgde daarna ook kursussen bij Karlheinz Stockhausen, Dieter Schnebel, Mauricio Kagel en Gyorgy Ligeti. Hij kreeg verschillende internationale opdrachten voor opera's, orkest- en solowerken. Hij werkte ook aan het Computer Music Centre van de Stanford University (VS) en de Studio voor Elektro-akoestische Muziek van de Kunstacademie van Berlijn.

W.Rihm
Wolfgang Rihm
B. Mason
Benedict Mason

Tot slot staan er nog 2 andere werken op het programma: een vroeg werk van de Duitse komponist Wolfgang Rihm (zijn eerste muziektheaterwerk waarbij de vaak ongewenste achtergrondgeluiden als ademen en geritsel een hoofdrol spelen) en een ironische bedenking "When Art Imitates Entertainment" van Benedict Mason.
Deze laatste is een Engelse komponist (°1955) die pas vanaf zijn dertigste begon te komponeren, daarvoor had hij film gestuurd. Zijn eerste komposities, in een postmoderne stijl, trokken onmiddelijk veel aandacht. Na een korte periode waarin hij zich vooral voor polyritmiek interesseerde, begint de architekturale ruimte een zeer grote rol te spelen in zijn werk. Mason maakte werken specifiek voor bepaalde zalen zoals de Mozartzaal van de opera in Frankfurt of de 'Espace de Projection' van het IRCAM (F). Zijn werken worden een soort van 'koncert-installaties' waarbij de ruimte als resonator dienst doet.

De Duitse cellist Friedrich Gauwerky werd in 1951 in Hamburg geboren. In diezelfde stad gef hij zijn eerste koncert op twaalfjarige leeftijd en in 1968 won hij er de "Preis des Philharmonischen Staatsorchesters Hamburg". Zijn leraars waren o.m. Wilfried Boettcher, Arthur Troester, Siegfried Palm en Enrico Mainardi.
In 1976 was hij assistent van prof. Sigfried Palm aan de Musikhochschule Rheinland te Keulen. In 1982 werd hij eerste cellist in het Ensemble Koln en sinds 1990 is hij als docent verbonden aan het Elder konservatorium van de universiteit van Adelaide in Australie. Hij gaf niet alleen masterclasses tijdens de zomerstages van Darmstadt maar was ook cellist bij het Ensemble Modern. Momenteel speelt hij bij het Elision-ensemble, het Australische ensemble voor nieuwe muziek.
Hij is ondertussen een van de meest gereputeerde cellisten inzake nieuwe muziek en gaf masterclasses in Europa, de VS en Australie. Verschillende werken uit zijn repertoire werden door hem in premiere gebracht.

 

 

 

MECHANIQUE(S)

Mechanique(s) brengt gekomponeerde en geïmproviseerde muziek van Dafna Naphtali, Hans Tammen en Martin Speicher met live elektronika, geprepareerde gitaar, klarinet/saxofoon en stem. De interaktie tussen de elektronika en de akoestische instrumenten staat centraal in dit trio. Mechanique(s) vermengt de elektronische vaardigheid van Naphtali en de moderne speeltechnieken van Tammen en Speicher tot een bijzonder eigentijds klankeksperiment.

DAFNA NAPHTALI speelt niet enkel in het digitale punk-ensemble "What is it like to be a Bat?"maar vertolkt ook muziek van Joshua Fried, Lynn Book, Alejandro Vinao, Bruce Pennycook, Lisa Karrer en David Simons. Als geluidskunstenares werkte zij veelvuldig in de Verenigde Staten en Europa, o.a. in samenwerking met Kathleen Supové ("Exploding Piano") en bij "Music Mind Machine", een onderzoekprojekt aan de universiteit van Nijmegen.
Zij komponeert en treedt op met haar eigen software systeem voor geluidsbewerking dat ze sinds 1993 ontwikkelt in Max/MSP. Zij kreeg opdrachten en beurzen van verschillende instituten in de VS, daarnaast geeft ze zelf ook les aan de New York University.

MARTIN SPEICHER bespeelt diverse rietinstrumenten; zijn wortels liggen in de hedendaags klassiek en de free-jazz. "Signal to Noise" (Amerikaans tijdschrift voor eksperimentele muziek) schreef omtrent hem: "Speicher's uitstekende klarinetspel brengt de ene minuut 'Domaines' van Pierre Boulez in herinnering, de volgende Peter Brötzmann".
In1998 nam hij "Erdtöne-Notation des Lots" op, komposities die verwijzen naar abstrakte schilderijen van Harald Jegodziensky. Deze muziek verscheen bij Hybrid Music Production, een label dat hij samen met anderen oprichtte in 1990.

Komponist en improvisator HANS TAMMEN treedt op met een merkwaardige verzameling preparaties op zijn gitaren, zo belanden er cymbalen, borstels en tinnen plaatjes tussen de snaren die soms met een strijkstok of ebow (elektro-magneet) bespeeld worden. Dit alles met vaak een verrassend knap resultaat, getuige hiervan zijn cd "Endangered Guitar" (1998) die internationaal lovende kritieken kreeg. Recensent Klaus Hübner bekommentarieerde hem: "Wie nog steeds beweert dat het eksperimentele, vooral op gitaar, geen toekomst heeft, moet eens luisteren naar 'Endangered Guitar' van Hans Tammen".
Als solist en in ensembles van divers formaat tradt Tammen op in Europa, de Verenigde Staten, Canada, Rusland en Mexico. Hij maakte cd's met o.m. Denman Maroney, Michael Vorfeld, Herb Robertson, Steve Swell, Dominic Duval en Jay Rosen.


foto: Joerg Steinmetz

 

 

 

KARIN DE FLEYT

Programma:
  • Nenuasop (2001) voor fluit en live komputer - Kris De Baerdemacker
  • Superscriptio (1981) voor solo piccolo - Brian Ferneyhough
  • Life-Drawing (2001) voor fluit en tape - Lawrence Fritts
  • Fra i testi dedicati alle nubi (1990) voor solo fluit - Salvatore Sciarrino
  • Panatella (2001) voor fluit en live komputer - Godfried-Willem Raes

Life-Drawing
Het kompositieproces van "Life-Drawing", voor fluit en elektronische klankband, is vertrokken van het fysierke geluid van de fluit. Na een digitale klankanalyse koos de komponist bepaalde geluiden. Sommige daarvan, zoals de boventonen of het geluid van de fluitkleppen, werden daarna gemanipuleerd en gebruikt in de tape.
Lawrence Fritts is een Amerikaanse komponist die lesgeeft aan de universiteit van Iowa waar hij ook de Electronic Music Studios leidt. Zijn werken werden reeds op verschillende kontinenten gespeeld. In het verleden werd zijn muziek opgenomen op Innova en Frog Peak, in de nabije toekomst komen daar nieuwe cd's bij op de labels Scarlatti Classica (It) en Southport Composers (VS).


Superscriptio De komponist Brian Ferneyhough associeert ekstreem hoge instrumenten met grenzen en de veronderstelde gebieden achter die grenzen. Dit ééndelig werk wil de broze kontoeren en de nagelaten sporen van deze grenzen evoceren.
Zoals te verwachten valt van deze Britse komponist van de neo-komplekse stijl, is dit kleinood opgebouwd rond komplekse metrische en ritmische verhoudingen.

foto: Max NyffelerFra i testi dedicati alle nubi
De Italiaanse komponist Salvatore Sciarrino heeft een grote voorliefde voor de fluit, voor dit instrument schreef hij reeds een zevental solowerken. Door middel van allerlei speciale technieken bereikt hij ook op de fluit zijn typisch fluisterend klankidioom.
"Fra i testi dedicati alle nubi" bestaat uit 18 artificiële multiphonics gaande van 3 tot 5 tonen. Daarnaast worden 6 tweeklanken gebruikt die met veel lucht geproduceerd worden. Het moeilijke is om de interne komponenten van elke toon gebalanceerd te laten uitkomen.

Nenuasop
Nenuasop van Kris De Baerdemacker is een interaktief muziekstuk voor dwarsfluit en komputer en is gekoncipieerd als een klankschap dat klanken die met gesloten embouchure gespeeld worden, konfronteert met samples van vervormde dwarsfluitgeluiden. Afhankelijk van de snelheid van de bewegingen die de solist(e) maakt, wordt een aantal van die samples bewerkt (time-stretching, pitch-shifting, granulaire synthese, ...) en afgespeeld. In het begin heerst er een "dialoog" tussen solist(e) en komputer, naarmate het stuk vordert, raakt de solist(e) ondergedompeld in een heus klankbad. Voor het programmeerwerk werd een beroep gedaan op Kristof Lauwers, Karin De Fleyt reikte veel ideeën voor allerlei dwarsfluitklanken aan.

 

Karin De Fleyt: beknopte biografie
Geboren te Gent in 1972. Studeerde aan het koninklijk konservatorium te Gent bij Eric De Queker en Phillippe Benoit voor dwarsfluit en bij Godfried-Willem Raes voor hedendaagse kamermuziek.Tijdens haar opleiding spitste zij zich toe op de interpretatie van hedendaagse fluitmuziek. Zij nam deel aan verschillende festivals en koncerten in o.a. Tilburg, Essen(D), Aveiro, San Fransisco, Buffalo, Stockholm, Parijs.
Bij Kathinka Pasveer(D) specialiseert zij zich in het fluitrepertoire van Karlheinz Stockhausen. Zij was tot juni 2001 fluitiste van het ensemble voor eksperimentele muziek Champ d'Action en is lid van het Logos Ensemble. Verder werkt zij aan een projekt over fluit en live elektronika in de vorm van een post-graduaat opleiding aan het Orpheus instituut(B). Als soliste speelde zij voor Karlheinz Stockhausen -waar ze tijdens de Stockhausen Kursus in 1999 te Kürten(D) een prijs voor FLAUTINA (fluit, altfluit en piccolo) kreeg en in 2000 prijzen voor ZUNGENSPITZENTANZ (piccolo en synthesizer) en ELUFA(fluit en bassethoorn).
Samenwerkingsprojekten met komponisten zoals Brian Ferneyhough, Salvatore Sciarrino, Godfried-Willem Raes ( CD Logos Public Domain 006), Moniek Darge ( LPD 001), Stefan Van Eycken, Kaija Saariaho (CD New Gates van Champ d'Action), Charlie Morrow, Phill Niblock, Karlheinz Essl, Zachar Laskewicz, en anderen. In 2001 werd zij finaliste van het Gaudeamus Vertolkers Concours te Rotterdam. Karin De Fleyt geeft ook fluitles in het DKO.