inhoud    kalender    koncertberichten    japan    vermont    kolofon

 

Koncertberichten

 

 

LOGOS ENSEMBLE:
M&M (Mens & Machines)

Uitvoeringen van de nieuwste werken voor mens en machines van Godfried-Willem Raes. Andere komponisten en uitvoerders zijn o.m.: Kristof Lauwers, Moniek Darge, Thomas Smetryns, Brent Wetters, Jonathon Kirk,...

De machines die te horen zullen zijn: Rotomoton, Harma, Player Piano, Piperola, Vox Humanola, Bourdonola...
Met het Logos Ensemble: Thomas Smetryns, Kristof Lauwers, Godfried-Willem Raes, Moniek Darge, Echo,...
<Rotstuk> voor Rotomoton, <Fujisan ni nobore> voor player piano, <Harm> voor Harma, <Hidden {c}harms> voor Harma, theorbe en sopraan.

geluidsvoorbeelden bij dit koncert zijn te horen op:
http://www.live365.com/stations/253324 (best met kabel, ISDN of ADSL verbinding)

 

 

 

ELECTRO ACOUSTIC SUMMER

(8 augustus)

  • Inner (1995) JOHN YOUNG
  • Bad Red Teflon Pin (1999) MAURICE LAYSSE
  • Grau & Blau (2000) YONG JOON YANG
  • Tout autant (2000) INGRID DRESE
  • Plastic Water (2000) MARIO VERANDI
  • Tropisme ALIOCHA VAN DER AVOORT
  • The Sensitive Mule (2000)DAVID MOONEY

 

JOHN YOUNG - INNER (1995)

"Inner" is ontsproten uit de klank en de waarneming van de menselijke ademhaling, vanuit een visceraal en vergroot perspektief. Gekoncentreerde beluistering van enkele eenvoudige elektro-akoestische transformaties van het ademhalingsgeluid was het vertrekpunt. Omdat het spektrum van dit geluid rijk is en veel ruis bevat, en wat betreft artikulatie een schier eindeloze variatie mogelijk maakt, lijkt het wel alsof een heel nieuwe wereld aan geluidsidentiteiten vervat ligt in één ademhaling. Voortbouwend op dit idee, trachtte ik de aandacht te richten naar de wijze waarop klinker-achtige kleuringen en ritmische kontouren kunnen ontwikkeld worden en met elkaar gerelateerd doorheen een reeks op geruis gebaseerde bewegingen en weefsels. Als gevolg van het streven de geluidstransformaties te verankeren in herkenbaar geluid, werd het gebaar van de inademing een sleutelfiguur, een verwijzing naar een reële buitenlaag tijdens enkele van de meer abstrakte uitbreidingen van het materiaal. Maar voor mijzelf als komponist was het inherente potentieel van het elektro-akoestisch medium, de vergroting van de zichtbaar fysieke schaal en aanwezigheid van dit zeer intieme en persoonlijke geluid, waarschijnlijk een van de belangrijkste motivaties.

John Young werd geboren in Nieuw-Zeeland in 1962 en woont en werkt nu in het Verenigd Koninkrijk. Hij studeerde aan de universiteit van Canterbury, waar hij een doctoraat behaalde omtrent de manipulatie van omgevingsgeluiden in de elektro-akoestische muziek. In 1989 reisde hij, met steun van de Queen Elisabeth II Arts Council, naar het Verenigd Koninkrijk om zijn studies elektro-akoestische muziek te vervolgen. Het jaar daarop keerde hij terug naar Nieuw-Zeeland en werd benoemd tot hoofddocent en directeur van de elektro-akoestische muziekstudio's. In 2000 werd hij hoofddocent in de Music, Technology Innovation and Research Group aan De Montfort University in Leicester in Engeland. Akoesmatische muziek, specifiek vormen die gebaseerd zijn op het onderscheid tussen herkenbare natuurlijke geluidsbronnen en studio-transformaties met behulp van de computer, geniet zijn grootste belangstelling. Hij won de eerste prijs bij de Stockholm Electronic Arts Awards (voor "Inner") en eervolle vermeldingen bij de Prix Ars Electronica te Bourges en de wedstrijd van Noirot. Hij was gastkomponist aan San José State University, Simon Fraser University (Vancouver), de Groupe de Recherches Musicales (Parijs), het M-PACT Center for Music Production and Computer Technology aan de universiteit van Missouri (Kansas City), en aan het EMS (Stockholm) met steun van het Zweeds Instituut.

 

MAURICE LAYSSE - BAD RED TEFLON PIN (1999)

Bad Red Teflon Pin wil een hommage zijn aan Louis en Bebe Baron, elektronische muziekpioniers in Hollywood, het is tevens een ietwat nostalgische terugblik naar het analoge elektronische geluid.

Maurice Laysse (geb. 1956, Atananarivo, Madagascar) studeerde marine biologie aan de Universiteit van Nebraska (en is werkzaam aan het Aquarium van de Belize City Zoo). Als komponist van elektro-akoestische muziek is hij autodidakt.

 

YONG JOON YANG - GRAU & BLAU

"...ich bin schwach, bitte tu mir nichts..."
("...ik ben zwak, doe me niets asjeblief...")
Het is naakt.
Ik hoor het woord. En ik hoor dit geluid...

Toen ik ooit deze gewone zin hoorde, was ik onder de indruk van deze kreet, die in me weerklonk en me wekte. Het is misschien mijn inwendig huilen, dat ik in de uitwendige wereld hoorde.
In dit werk plaats ik lange en korte materialen tegenover elkaar, als het in- en uitwendige. Het werd gerealiseerd met in Csound samengestelde geluiden en algoritmisch gemanipuleerd met 'Common Music' (LISP).

Yong Joon Yang studeerde tussen 1992 en 1996 kompositie aan de Presbyteriaanse universiteit in Seoel (professoren Kün, Kyung Joong); sinds 1998 studeert hij elektronische muziekkompositie aan de Folkwang Hochschule in Essen, bij docenten Ludger Brünner en Dirk Reith.

 

INGRID DRESE - TOUT AUTANT (2000)

Tout autant

1.
Ik weet niet. Ik wil U niet storen. Er is zeker iets te doen. Zeg dat niet. Ik begrijp. Ikzelf dikwijls. Daarbij, ik geloof je. Denk maar niet dat ik daar zal blijven. Ik zou willen weten wat hij denkt. Waarom? Ik heb nog geen antwoord gegeven. Het moet verder. Niet nadenken. De tijd geven. Later, begrijp je, is iets anders. Maar vooreerst, denk ik, zou je moeten. Dat ligt voor de hand. Ik ben beter. Werkelijk. Echt beter.

2.
Hier, elders,
bloeien en verwelken de bloemen,

ontevreden geboren te zijn
en tevreden nog in leven te zijn.


  Twee niveau's struktureren deze tekst. Het projekt bestaat erin de beide te laten samenwonen, in het besef dat ze geen enkel punt gemeen hebben.
Etienne Leclercq

De achtergrond. Vloed van zinnen, woorden zonder einde.
Geluiden, zonder begin noch eind. Het onuitgesprokene en gladde, eindeloos.
De figuren. De stem, haar kleuren, haar emoties. De woorden, dragers van betekenis.
Aanwezigheid.
Figuren tegen een achtergrond, verbonden door symbolen en beelden.
Ingrid Drese


Dit werk kwam tot stand met steun van het Ministerie van de Franstalige Gemeenschap-Algemene Direktie Kultuur. Het werd gekreëerd op 26 mei 2000 in het Théâtre-Poême in het kader van "Musiques en marge", een organisatie van Le Bureau des Arts.

Ingrid Drese (Amel, België 1957) studeerde aanvankelijk piano, kamermuziek, muziekgeschiedenis en muziekanalyse. Later volgde zij de kursussen elektro-akoestische muziekkompositie aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Brussel en Mons (docente Annette Vande Gorne). In 1994 behaalde zij haar Eerste Prijs.
Ingrid Drese is niet alleen aktief als komponiste, zij onderwijst ook piano. Zij participeerde in de uitbouw van een kursus elektro-akoestische muziek aan de Muziekacademie van Soignies. Zij werd uitgenodigd naar de studio's van GMEM in Marseille, en kreeg de gelegenheid deel te nemen aan een uitwisseling Québec/België in 1996.
In 1997 won zij de wedstrijd voor elektro-akoestische kompetitie van de Koninklijke Academie van België, en het daaropvolgende jaar behaalde zij de Tweede Prijs in de Noroit-Léonce Petitot wedstrijd (Arras 1998). In juli 1998 verkreeg zij een postgraduaat getuigschrift aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Bergen. Haar muziek werd tijdens diverse festivals in België en het buitenland geprogrammeerd.

 

MARIO VERANDI - PLASTIC WATER (2000)

Opnamen van enkele soorten watergeluiden en geluiden van een plastiekfles vormden het geluidsmateriaal. Deze geluiden werden bewerkt, ondergingen allerlei processen en werden tenslotte geassembleerd met behulp van de computer. Klankkleur en ritme waren de hoofdparameters in de opbouw van het werk. Een belangrijk aspekt is de verkenning van de beweging van geluid en de artikulatie in de ruimte. Dit werd gerealiseerd met het Sigma 1 systeem aan de TU-Studios in Berlijn. Dit is een stereo-versie van het 8-sporig origineel. Het was een opdracht van het Klangwerkstatt 2000 Festival in Berlijn, en ging in première in Künstlerhaus Bethaniën.

Mario Verandi is een komponist en geluidskunstenaar, geboren in een akteursfamilie in San Nicolas (Buenos Aires) in 1960. Hij studeerde muziek in Argentinië, Barcelona en Birmingham.
Met zijn werk behaalde hij een aantal prijzen en vermeldingen, zoals in Bourges ('99, '98 en '96), Musica Nova in Praag('96), CIEJ in Barcelona ('89) en Linz ('97).
Hij werd verkozen om te participeren in "The Exhange '96", een kursus voor komponisten en koreografen die doorging in de Royal Festival Hall, evenals voor de ICPCC (International Course for Professional Composers and Choreographers), die plaats vond aan Bretton Hall University. In 1997 behaalde hij een prijs in de IIIe Internationale Kompetitie voor Radio Kunst in Frankrijk, waaruit een residentie in de studio's van La Muse en Circuit in Parijs voortvloeide.
Hij ontving opdrachten van instituties als de BBC, Sonic Arts Network (UK), The Arts Council of England, DAAD (Duitsland), Radio Berlin en SFB, evenals van een aantal dansgezelschappen en kunstenaars.
Bij diverse gelegenheden werd zijn werk geprogrammeerd: het Inventionen 2000 Festival in Berlijn, de ISCM World Music Days '98 in Manchester, Festival Musica '97 in Straatsburg, The State of the Nation '97 in Londen, Rumours Concerts '97 en '98 in Birmingham en het Stockholm Electronic Music Festival '96. Daarnaast komponeerde hij ook muziek en ontwierp hij geluid voor kunstinstallaties, dans, kortfilm, theater en radio.

 

ALIOCHA VAN DER AVOORT - TROPISME

Na studies aan het Institut National Supérieur des Arts du Spectacle werd Aliocha Van der Avoort (Brussel 1966) kameraman, een beroep dat hij sedert 1992 uitoefent. Parallel hieraan ontwikkelde hij zijn muzikale passie, en volgde hij sedert 1995 de kursussen elektro-akoestische muziekkompositie in de klas van Annette Vande Gorne aan het Koninklijk Conservatorium van Mons. Hij ontwikkelde en realiseerde geluidsprojekten voor theater en video, naast geluidsinstallaties voor plastische kunsten.

Tropisme van het Grieks: toren. Groei van een plant in een gegeven richting onder invloed van een externe stimulans (licht, grondstof, gewicht, etc.). De botanica is het meest geciteerde model in kompositie. De energetische relatie die een plant ondergaat bij haar ontstaan, aangroei en leven lijkt wel verwant met die akoestische wezens die men tracht op te wekken, te laten leven en sterven. Dit wezen, dit ontkiemend geluidslichaam, groeit in de aardlagen, breidt zijn wortels uit en ziet, in een ultieme krachtsinspanning, het levenslicht in de plotse leegte van de enorme ruimte van het aardoppervlak. Daar vergezelt het het eindeloos kleine en doorkruist het de levensritmes van de insektenwereld. Maar al snel vernietigen de elementen deze bestaanspremisse.

 

DAVID MOONEY - THE SENSITIVE MULE (2000)

David Mooney is geboren in 1949 in Newport News in de staat Virginia. Als komponist van computermuziek is hij autodidakt. In de 60er jaren experimenteerde hij met diverse soorten tapemanipulaties. Literatuur en visuele kunst primeerden voor 20 jaar lang, maar in het begin van de jaren '90 keerde hij terug naar de muziek. Zijn werk stond o.a. op het programma van de Music on the Edge serie van de universiteit van Pittsburg (1998), de Electronic Music Foundation in New York in 1999, de International Computer Music Conference in Peking (ICMC1999); diverse radiostations zonden ook werken van hem uit.

The Sensitive Mule is sektie 15 van een 24-delige reeks genaamd Rhytmiconic Sections. Leon Theremin bouwde het rhytmicon in 1931 voor Henry Cowell, als hulpmiddel voor diens onderzoek naar de relatie tussen ritme en de harmonische reeks. Met behulp van een klavier kon een vertolker alle kombinaties van de eerste 16 boventonen van de harmonische reeks laten klinken. De tonen kloppen ritmisch naargelang de intervallen tussen de tonen; aldus klopt de tweede harmonische tweemaal , de derde driemaal enz. voor elke klop van de grondtoon. Door toepassing van het Kyma-systeem kreëerde ik een "virtuele rhythmiconische omgeving". De titels voor de sekties werden willekeurig gekozen uit een lijst van mogelijkheden. Daarom worden de programmatische implikaties van "The Sensitive Mule" afgeleid door de luisteraar.

 

ELECTRO ACOUSTIC SUMMER

(9 augustus)

  • Melt MATTHEW ADKINS
  • Millenial Dreams of Spring (2000) SIMON HALL
  • Midong (1999) SUK-JUN KIM
  • Low Memory #1 (2000) MONIQUE JEAN
  • Fragments 1 (2001) YOUNG-HWAN YEO
  • El peregrinar de la araña (1995) MARTIN FUMAROLA
  • Voices part 1 TODOR TODOROFF
  • Helau! (2000) NICHOLAS VIRGO

 

MATTHEW ADKINS - MELT

Dit werk groeide aanvankelijk uit mijn dagelijkse trips naar de studio in Birmingham. Van belang was ook het schilderij "Regen, Stoom, en Snelheid" van Turner, en de aard van het onderwerp zelf refereert naar "Etude aux Chemins de Fer", een vroeg werk van Schaeffer. Het aspekt van Turner's latere werk dat me het meest aanspreekt, is de waarneming dat meer definieerbare objekten overschilderd werden, harde lijnen opgelost. Er is een sfeer van implikatie en suggestie. "Melt" is een dichterlijke evokatie van een treinreis. Het is gebaseerd op de bemiddeling tussen extremen: zacht tot pulserende beweging, ruw tot afgewerkt geluidsmateriaal. Het put uit al de drie niveau's van het gebeuren: ruwe opnamen van treinen, perronmededelingen en stationsmenigten; synthetische materialen die gemodelleerd werden naar de motoriek en de karakteristieken van de ruwe bronmaterialen; en tenslotte synthetische materialen uit een droomwereld. Doorheen het werk versmelten geluiden uit de werkelijke wereld met hun equivalent uit de droomwereld, zoals een reiziger in en uit zijn dagdromen glijdt. Al het aangewende materiaal werd spektromorfologisch tot een eenheid gebracht, wat een sterke integratie tussen de verschillende niveau's van het gebeuren mogelijk maakt.

Matthew Adkins is komponist, vertolker en docent elektronische muziek.
Hij werd geboren in 1972 in Leamington in Engeland. Tijdens zijn muziekstudies aan het Pembroke College in Cambridge werd hij geïntroduceerd in de elektronische en akoesmatische muziek. Na zijn graduaat te Cambridge in 1993, deed hij postgraduaat onderzoek in elektronische muziek aan de universiteit van Birmingham bij Jonty Harrison, en later aan de universiteit van East Anglia bij Simon Waters.
Matthew Adkins In 1995 wekte hij een eerste maal internationale aandacht voor twee werken: "Melt" en "Clothed in the Soft Horizon" ; deze behaalden de Stockholm Electronic Arts Award, de Prix de Résidence te Bourges en de Grote Prijs van Musica Nova in Praag.
In 1994 verkreeg hij een reisbeurs van de British Academy, die hem toeliet te studeren aan het Institute for Electroacoustic Music in Zweden. Hij werkte ook aan de Césaré Studio's in Reims. Sinds 1996 werden bijna al zijn werken in de eigen studio gemaakt.
Tussen 1993 en 1995 was hij lid van het Birmingham Electroacoustic Sound Theatre, en van 1995 tot 1997 directeur van het Sonic Arts Network. In 1998 werd hij co-artistiek direkteur van het jaarlijkse Electric Spring Festival in Huddersfield, en hij is mede-oprichter van de onlangs gevormde multimedia-groep r.a.r.e. experimental.
Zijn werken werden internationaal uitgezonden en uitgevoerd, en kwamen aan bod in diverse internationale festivals, zoals Bourges Synthèse 1995 en 1997, het Aspekte Festival (Oostenrijk), Futura (Frankrijk), het Stockholm Electronic Arts Festival (Zweden), A.C.M.C. (Nieuw-Zeeland), I.C.M.C. (China) en Symposium VII (Brazilië).
Tot zijn recente werken behoren Neurotransmission, een elektronisch werk van een uur in opdracht van Suffolk Dance voor Wayne McGregor en Random Dance Company, Noumena voor cello en electronics in opdracht van het Engelse Sonic Arts Network, , en Deepfield voor 8-spoor tape, in opdracht van Césaré Studio's in Reims. Ook IRCAM bestelde een nieuw werk voor 2003.

 

SIMON HALL - MILLENNIAL SPRING DREAM (2000)

Millennial Spring Dream is een elektro-akoestisch werk geïnspireerd door een liedtekst; deze diende als uitgangsbasis ter transformatie en ontwikkeling. Op sommige plaatsen wordt kontakt gelegd met andere soorten geluidswerelden - de synthetische, de natuurlijke. Het vokale is dikwijls afwezig, maar verschijnt soms uit een gefragmenteerd en intensief bewerkt domein in de werkelijkheid en het bewustzijn.
De liedtekst is van de hand van Hannah Butcher, het vokale bronmateriaal van de komponist, Jane Parker en Hannah Butcher.

Simon Hall is komponist, bastrombonist, producer en leraar; hij woont in Birmingham. Zijn muzikale interesseveld is zeer ruim - als uitvoerder werkte hij met ensembles zo divers als de Royal Shakespeare Company, de European Chamber Opera en het Syd Lawrence Orchestra, en kunstenaars zo divers als Karlheinz Stockhausen, Barry Manilow en Don Weller. Deze brede muzikale belangstelling reflekteert zich in zijn kompositorische benadering, die vertrekt vanuit een eklektische doorsnede van bronnen en stijlen, en waarbij het elektro-akoestische genre voor een kruisbestuiving zorgt.
Op dit ogenblik studeert hij deeltijds voor een Ph.D. in Kompositie, met elektro-akoestische specificiteit, aan de universiteit van Birmingham; daar doceert hij eveneens opnametechniek en studio-kompositie.

 

SUK-JUN KIM - MIDONG (1999)

Midong is een studie omtrent beweging en gebaar. Hun inwendige/uitwendige verhouding is opgebouwd rond gemakkelijk te onderscheiden geluidsobjekten. "Mi-dong" (Koreaans) is te vertalen als "trillend" of "de toestand van een wezen dat zodanig kleine bewegingen maakt dat men deze niet waarneemt". Het werk is gerealiseerd in de eigen studio van de komponist. Geluiden werden gemanipuleerd met behulp van diverse programma's zoals SoundHack, Lemur pro, Marco-Hack, MacPod, SoundEffect ...en K2000. Editing en mixing in Peak LE, Digital Performer.

Suk-Jun Kim (Zuid-Korea 1970) studeerde aan het OIART (Ontario Institute for Audio and Recording Technology). Hij werkt nu als audio-ingenieur en geluidsontwerper voor theater- en videoprojekten.

 

YOUNG-HWAN YEO - FRAGMENTS I (2001)

Bijwijlen ontvluchten mensen de werkelijkheid en genieten van bespiegeling. Een van de redenen is tijdelijk te ontsnappen aan de monotonie en rigiditeit van het alledaagse, en via onze verbeelding kunnen we onze impulsen en echte gevoelens bevredigen die verborgen liggen in het rijk van de beschouwing.
"Fragment I" drukt mijn wens uit door bezinning op muzikale wijze de ideeën, impulsen en echte emoties uit te beelden die in het dagelijks leven ondergronds blijven. Ik tracht hier de vordering uit te drukken waarin de Fragmenten van de emoties, verborgen in onze harten, zich stapsgewijs ontwikkelen en een toppunt bereiken in een komplexe en regelmatige vorm "op het moment dat we verzinken" in kontemplatie met open hart.

Young-Hwan Yeo werd geboren in Taegu in Korea; aan Kyungpook National University behaalde hij een B.A. in kompositie. Op dit ogenblik studeert hij verder aan de universiteit van Texas bij Donald Grantham; andere docenten zijn Russell Pinkston, Kevin Putz en Heechi Chung.

 

MONIQUE JEAN - LOW MEMORY #1 (for G.F.) (2000)

Monique JeanHet beeld dat "Low Memory #1" inspireerde is dat van een ring, waarvan het centrum uitgehold is, en waarvan de toenemende spanning die nodig is voor het herstel van dergelijk krachtig centrum onophoudelijk en herhaaldelijk gedwarsboomd maar ook bijgestuurd en hervat wordt.
Dit werk was een opdracht van ACREQ met de steun van Le Conseil des Arts et des Lettres du Québec.

Monique Jean studeerde elektro-akoestische muziek bij Francis Dhomont aan de Universiteit van Montreal. Naast haar akoesmatische komposities is zij ook aktief op het terrein van video, dans, eksperimentele film en installatiekunst.
In 1999 was zij als komponiste te gast bij de concertreeks "Rien à Voir" te Montréal. Haar werk werd geprogrammeerd in Montréal (Electra), Frankrijk (Festival Futura), Brussel (L'Espace du Son 2000) en Spanje (Cyber@rt). Opnamen van haar muziek zijn verschenen bij PEP en Empreintes Digitales.

 

MARTIN FUMAROLA - EL PEREGRINAR DE LA ARAÑA (1995)

De titel van dit werk betekent "de reizen van de spin". Het ontwerp is gebaseerd op een typische reis doorheen het World Wide Web van het internet. Er zijn diverse "pages" - vertrekkende van de Home Page - waardoorheen de reis plaatsvindt. De reis in elke pagina en de paginawisselingen stellen de bewegingen van de spin (de navigator, de gebruiker van de WWW-browser) doorheen het web (de verschillende Web-pages) voor. Korte en lange pagina's worden verkend, een lang verblijf wisselt af met een abrupt vertrek, en op het einde van het werk wordt even teruggekeerd naar de Home Page.
De kompositie kwam tot stand in het Laboratorio de Música Electroacústica van het Muziekdepartement van de Nationale Universiteit van Córdoba in 1995. De klankkleuren zijn afkomstig van een Yamaha TG77 toongenerator, die meestal voorgeselekteerd zijn, en verder bewerkt met een Voyetra Sequencer Plus Gold voor MS-DOS. Slechts 8 sporen van de sequencer werden gebruikt. Alle computerbewerkingen gebeurden met een IBM-PC 286. De uiteindelijke mastering gebeurde met een Tascam DA-30 DAT recorder.
El peregrinar de la Araña ging in première tijdens de XIe Nationale Week van de Media en Elektro-akoestische muziek, die plaatsvond in 1995 in het kultureel centrum La Recoleta in Buenos Aires.

Martin Fumarola werd geboren in Argentinië in 1966. Hij studeerde er kompositie aan het muziekdepartement van de nationale universiteit van Córdoba; César Franchisena (kompositie) en Ariel Martinez (elektro-akoestiek) waren zijn professoren. Hij studeerde ook elektro-akoestische en komputermuziek bij Ricardo Dal Farra in Buenes Aires. Aan het Hoger Muziekinstituut in Santa Fe volgde hij seminaries, kursussen en ateliers met Mariano Etkin (kompositie, orkestratie, muziektheorie, en analyse van 20e eeuwse muziek) en Dante Grela (Latijns-Amerikaanse hedendaagse muziek).
Het grootste deel van zijn elektro-akoestische muziek kwam tot stand in het Laboratorio de Música Electroacústica te Córdoba, waaraan hij nu als komponist verbonden is. Hij verkreeg een beurs van de Argentijnse Nationale Stichting voor de Kunsten in 1991, en behaalde met zijn werk Estatismo een prijs bij de Tribuna Nacional de Compositores '92, in de kategorie elektro-akoestische muziek.

 

TODOR TODOROFF - VOICES PART I (1997)

Door stemmen en perkussieve geluiden te bewerken met een MARS (Musical Audio Research Station), kwamen enkele resonerende ritmische weefsels evenals melodische profielen tevoorschijn, via rechtstreekse manipulaties van diverse feedback topologieën. Voices Part I verkent de delikate dichtkunst van deze geluidsmaterialen, waaraan enige granulatie-geluiden toegevoegd werden, en speelt met het kontrast tussen krachtige ritmische elementen en stabiele quasi tijdloze geluidsstrukturen. Birgitte Odgaard Nielsen verzorgde de vokale partij.

Todor Todoroff (1963) is telekommunikatie-ingenieur en behaalde een Eerste Prijs en Hoger Diploma in elektro-akoestische kompositie. Hij komponeert muziek voor koncert, film, video, dans, theater en geluidsinstallaties.

 

NICHOLAS VIRGO - HELAU! (2000)

Wat maakt mijn Noord-Europese stad verschillend van de uwe? Wanneer worden de dingen exotisch? Vanaf welk punt verschuiven de dingen uit onze subjektieve beleving van kultureel middelpunt? Briefkaarten sturen, schilderachtige taferelen, verzamelde "zichten op...", afgezonderd, anders gericht, opnieuw gekaderd en gemediatiseerd, is één manier om een besef van verschil over te brengen. Dit is dan mijn Hannover einde winter, omstreeks karnaval. Met de mikrofoon in de hand, omfloersd, scherp gesteld en gefilterd.

Nicholas Virgo studeerde kompositie bij Jonty Harrison en Vic Hoyland aan de universiteit van Birmingham; hij werkte ook als freelance muziekanimator, en stimuleerde daarbij het maken van nieuwe muziek en een frisse benadering van geluid in scholen. In de periode 1991-98 doceerde hij kompositie aan Dartington College of Arts in het westen van Engeland. Zijn kompositorische produktie is relatief klein, maar daartoe behoren werken als "Busk" (in samenwerking met Alistair MacDonald, en een prijswinnaar in Bourges in 1998), naast andere elektronische stukken, evenals muziek voor traditionele instrumenten. Hij werkt nu als freelance komponist in Duitsland.

 

 

 

 

Kiyonori SokabeKIYONORI SOKABE

Kiyonori Sokabe is geboren in 1952 in Japan in de prefektuur Ehime; hij gradueerde aan de afdeling Instrumentale Muziek van de Nationale Universiteit voor Schone Kunsten en Muziek te Tokio. Hij studeerde trompet bij Fuijo Nakayama en Genzo Kitamura. Na zijn studies was hij medeoprichter van het "Ueno no Mori Brass Ensemble" en fungeerde als koncertmeester gedurende meer dan twintig jaar. In die periode maakte hij twee overzeese tournees, bracht vier cd's uit en gaf verder koncerten in Japan aan een tempo van meer dan vijftig per jaar.

Sokabe geniet in Japan grote bekendheid als specialist in de vertolking van hedendaagse muziek. Hij was kernlid van het Musica Practica Ensemble van komponist Jo Kondo, en gedurende zijn tienjarig bestaan gaf hij vele première-uitvoeringen van nieuwe komposities, zowel in Japan als overzee.
De laatste jaren was Sokabe ook aktief als solist, en genoot hij bijval voor zijn interpretatie van de concerto's van Haydn en Hummel met orkesten uit Tokio, evenals van werken van komponisten als Leopold Mozart en André Jolivet. In 1994 was hij de solist voor de vertolking van "Festina Lente" van Ken Ito met het Philharmonisch Orkest van Tokio. Hij verzorgde ook de wereldpremière van een nieuw werk van Michael Nyman tijdens het Zomerfestival van Tokio, en trad eveneens op ter gelegenheid van de Internationale Muziekfestivals van Hokutopia in 1995 en 1998.

Sokabe was de eerste Japanner die een reeks koncerten bracht met uitsluitend hedendaagse werken; deze werden zeer goed ontvangen en gerecenseerd in diverse persorganen.
In zijn streven om de muziek te promoveren in zijn geboorteprefektuur Ehime, gaf Sokabe daar recitals elke zomer sinds 1996; als gevolg daarvan zagen talloze nieuwe werken het levenslicht.
Sokabe was ook aktief in de kreatie van nieuwe instrumenten en sourdines, die hij Sound Transformers (STF) noemt; zo lag hij aan de oorsprong van de van een slede voorziene "Zephyrus" trompet, en stimuleert hij nu een groot aantal komponisten tot het schrijven van nieuwe werken specifiek voor dit nieuwe trompet-type. Verder zet hij zich intens in voor de kreatie van nieuwe muziek met gebruik van komputers.
In juni 1999 bracht Sokabe een CD uit bij Kojima Recordings onder de titel "Till Now and From Now On...", uitsluitend met werk van Japanse komponisten. In juni 2000 volgde de CD "Limpid Solitude", volledig door hemzelf uitgevoerd.
Sokabe kan vandaag zeker beschouwd worden als de meest aktieve Japanse trompetsolist op het terrein van de hedendaagse muziek, die muziek kreëert die gericht is op de hele muziekwereld.

ZEPHYROS

"Voor een musicus die gemotiveerd is om nieuwe muziek te vertolken, is het geen buitenissig idee zijn trompet te voorzien van een slede. Technisch en fysisch is het echter moeilijk een volledig funktionele slede te ontwerpen, daar de lengte van een trompet beperkt is. Door de moeilijke produktie en geringe vraag naar dit soort trompet is het geen instrument dat op grote schaal kan vervaardigd worden. De prijs zou aan de hoge kant liggen. Ik wou bovendien een trompet in C. Om al deze redenen gaf ik de zaak bijna op, maar er deed zich een buitenkans voor. Dat gebeurde in maart 1993.

Ik raadpleegde Mr. Takeyama, de ingenieur van de hersteldienst van muziekzaak Baldon in Nagoya, omtrent dit instrument. Tot mijn verrassing was hij geïnteresseerd. Eind juli werd een eerste prototype gemaakt. Het instrument werd uit diverse komponenten van verscheidene trompetten samengesteld, omdat het budget beperkt was en de vervaardigingstijd voor nieuwe onderdelen te lang. De in serie geproduceerde klankbeker kwam niet in aanmerking wegens te lang, maar deze van de trompet in Sib werd gebruikt; daartoe werd de buis vernauwd om te passen op de andere delen. Alhoewel de intonatie goed was, was de toon problematisch.
Ik wou zo snel mogelijk naar Nagoya vliegen, maar vond geen gelegenheid. Het prototype werd later naar het Yamaha-atelier gezonden voor een nauwkeuriger afstemming. De vakman bij Yamaha was zeer bereidwillig. Door de klankbeker van een piccolo-trompet te gebruiken verbeterde de klankkwaliteit dramatisch, maar de lengte van het instrument was nog te groot, zelfs voor een trompet in Sib. Alleen de slede was nog voor verbetering vatbaar. Deze was in feite reeds gemodificeerd door ze te vernauwen. Daarentegen werd de eerste slede uiteindelijk zeer goed bevonden, en zodus werd de lengte gewijzigd tot een in Sib. Maar het probleem bleef bestaan, daar ik er een in C wou. Een slede van een sopraantrombone van "J", een andere producent van koperblaasinstrumenten, werd aangepast. Ik kon Yamaha echter niet vragen het produkt van een andere firma te wijzigen. Ik stond weer voor een muur. Op dat ogenblik vertelde de direkteur van Nero Music Store me dat de aanpassing van de slede in zijn atelier kon gebeuren.

De wachttijd voor de bestelling van een slede alleen bij de firma "J" kon meer dan 6 maanden bedragen, zodus werd eerst een sopraantrombone aangeschaft. Een slede werd ook besteld en 6 maand later geleverd. Nu de kwestie van de trompet in C. De lengte van het instrument moest daarmee in overeenstemming zijn. Maar die lengte was zeer moeilijk te preciseren. Indien iets te gering, werd het bereik van het glissando te kort, en aldus oninteressant. De intonatie bij elke positie werd bovendien instabiel. De twee volgende dagen werkte ik samen met mr. Iizuka bij Nero rond verschillende ideeën. Het finale prototype werd vervaardigd en klaargemaakt voor een eerste uitvoering. Mr. Iizuka maakte eveneens een kist voor het instrument. Waarvoor mijn beste dank.

Ongeveer een jaar later ging "Zephyros I" huiswaarts naar Nagoya. De beker werd er aan een hitte-behandeling onderworpen en kreeg een zilverlaagje. Het procedé resulteerde in een rijk en dik timbre. De vervaardiging van de eerste versie van "Zephyros" was uiteindelijk voltooid." .
meer info: http://www.jade.dti.ne.jp/~ebakos