Songbook
Godfried-Willem Raes

 

 

Inleiding
Aantekeningen bij de songs
Verklarend lexikon van gebruikte termen
Technische specificaties
Theorie en ontwerp [Engels]
Artikel over het Onzichtbare Instrument [Engels]
Boekingen

 

Inleiding

Songbook (1995) is de derde groots opgezette kompositie waarin de auteur gebruik maakt van zijn 'onzichtbaar muziekinstrument'. In 1984 kwam Holosound op de planken, in 1992 kwam de première van A Book of Moves.

Het vertrekpunt - op apparatief vlak - van Songbook, is de intussen nog heel wat verder geperfektioneerde radarapparatuur die de auteur ontwikkelde en waarmee allerlei expressief relevante aspekten van de menselijke motoriek volstrekt draadloos en zonder gebruik te maken van enige optische technologie, kunnen worden afgebeeld ('gemapt') op akoestische/muzikale parameters. Bewegingseigenschappen zoals grootte van de bewegende massa, snelheid van de beweging, richting van de beweging en versnelling van de beweging vormen de fundamentele input voor het instrument. In A Book of Moves werd op de meest diverse wijzen informatie afgeleid uit deze input gegevens gebruikt als sturing voor diverse muzikale parameters van een grote reeks op voorhand opgeslagen samples. Op deze wijze kon een rijk gevarieerd aantal klanken in een heus onzichtbaar instrument binnen het bereik van de speler gebracht worden.

Songbook maakt daarentegen nauwelijks gebruik van op voorhand opgenomen klankmateriaal. Waar het een enkele keer toch gebeurt, krijgen samples hier een uitsluitend ritmisch ondersteunende funktie. Elke song vertrekt van op het moment van de uitvoering door de speler zelf geproduceerde vokale geluiden: syllaben, fonemen, tong- en mondgeluiden, gezongen en gesproken fragmenten.... Deze vokale geluiden worden via een koppel draadloze mikrofoons naar een komputersysteem verzonden, dat voor de verwerking kan instaan. Dit komputersysteem is opgebouwd uit een speciale dubbele DSP-processor met 8Mbyte aan RAM- geheugen die toelaat de binnenkomende geluiden aan tijdsvertragingen, toonhoogteverschuivingen, diverse filteringen, ruimtelijke distributie, feedbackalgoritmes, dynamische modulaties, frekwentiemodulatie, spektrale transformatie... te onderwerpen en dit in funktie van de informatie afkomstig van de bewegingen van de bespeler zelf. Dit maakt Songbook tot een welhaast ascetische kompositie: de uitvoerder is hier geheel op zichzelf aangewezen en niets van het materiaal is onafhankelijk van zijn inspanning en kontrole. De machine op zich doet hier helemaal niks, wanneer haar niets wordt toegestopt. De kompositie legt, voor elk van de songs waaruit het boek is opgebouwd, een verschillende wijze vast waarop de diverse input/output relaties worden gedefinieerd. Kompositorisch gezien betreft het dan ook een zuiver interaktieve algoritmische kompositie.

Maar, niet alleen uit de bewegingen van de speler wordt hier informatie gewonnen, ook uit de vokale input zelf worden gegevens afgeleid: de komputer weet op elk ogenblik hoe luid de input is, welke toonhoogtes geproduceerd worden... Op grond hiervan, en dankzij de ter beschikking staande rekenkracht, wordt het mogelijk een muzikaal resultaat te bereiken dat tot achtstemmig kan verlopen. Songbook kan ook - vanuit kompositorisch oogpunt - beschouwd worden als een grondige en analytische studie van de menselijke non-verbale en niet semantisch gebonden retoriek: de kombinatie van vokale uitingen in samenhang met hun gestiek.

Net zoals voor A Book of Moves en Holosound kent ook Songbook geen partituur in de traditionele zin van het woord. Hun 'partituur' is geheel en al bepaald door de vormbepalende eigenschappen van de nauw op elkaar afgestemde hard- en software ontworpen en gebouwd door de auteur. Technisch geïnteresseerde lezers wil ik wel verklappen dat voor dit Songbook een geheel nieuw 'front-end' gebouwd werd: een hybried konglomeraat van zowel analoge als digitale komputers die hun signaalanalytische taken volstrekt parallel en daardoor uiterst snel uitvoeren. Het nieuwe ontwerp werd DIANA gedoopt, afgeleid van DIgitaal-ANAloge komputer. DIANA levert via 16 kanalen gegevens aan een geavanceerde ADC-converter (16 kanaals, simultaan sampling, 1MSamples/s en dit met 12 bit resolutie). De mappings en kompositorische strukturen lopen op een standaard 80486DX processorplatform onder DOS (vanwege de snelheid). De uitvoer - de realisatie in de vorm van real-time klanktransformaties - tenslotte is toevertrouwd aan twee DSP processoren.

In juli/augustus 1999 herschreef de auteur de gehele software voor zowel Songbook als A Book of Moves en bij die gelegenheid werden aan beide stukken enkele nieuwe nummers toegevoegd. In Songbook: een heuse tango! Het huidig platform wordt gevormd door een Wintel laptop (Pentium met MMX) en de software loopt nu geheel onder Windows2000 en dus in 32 bit.

In 2003 werd de kode nogmaals helemaal gereviseerd, zodat ze nu beter dan ooit kan lopen op de allernieuwste processoren, laptops en operating systems.

 

Aantekeningen bij de songs

Intro (uitvoerder: Moniek Darge)

Deze mogelijke, maar niet noodzakelijke, opening van het liedboek sluit de gebruikelijke inleiding en kommentaar bij het koncert in, zodat alle voorafgaandelijke uitleg nu integrerend deel gaat uitmaken van de voorstelling zelf. Het metanivo gaat over in het objektnivo van het stuk zelf.

De komputerprogrammatie - waarmee de mapping wordt gerealizeerd van de bewegingseigenschappen op de klankeigenschappen - is erop gericht de retoriek van de uiteenzetting alsmaar meer te verzelfstandigen totdat deze een eigen tot muziek geworden leven gaat leiden bij het einde van de 'song'.

Anders gesteld, bij het eind van het verhaal is alle semantiek verzwonden en blijft nog uitsluitend de retoriek van klank en gebaar. De organisatie van het kompositorisch materiaal laat zowel versies voor gescheiden spreker/beweger als versies voor twee simultane stemmen toe.

Retor (uitvoerder: Godfried-Willem Raes)

De mapping die ten grondslag ligt aan dit stukje is wellicht de meest intuïtieve en voor het publiek doorzichtige die we hadden kunnen verzinnen: de versnelling van de bewegingen moduleert hier de toonhoogteveranderingen van het gesproken of gezongen materiaal. Op deze wijze kunnen retorische bewegingen van vooral de armen, de tekstzegging ondersteunen.

Pitching (Godfried-Willem Raes of Karin De Fleyt)

Deze module zou hyper-retorisch kunnen worden genoemd. Uitgegaan wordt van het simpele gegeven dat iedere menselijke spreker spreekt op een voor zijn stem typische normale toonhoogte. Alle inflekties van zijn stem situeren zich rond dit 'tonaal' centrum. De normale retoriek van de stem zit nu verscholen in objektieve eigenschappen zoals enerzijds de mate waarin van de centrale toonhoogte wordt afgeweken en anderzijds het dynamische verloop van de stem. In deze module worden de retorische eigenschappen van het gezegde geanalyseerd en vervolgens 'versterkt': een toonhoogteinflektie van bvb. een toon, wordt vergroot tot 2 tonen.

Bovendien wordt de toegepaste versterkingsfaktor hier een funktie van de bewegingen zoals die de retoriek zouden kunnen ondersteunen. Retoriek wordt op deze wijze tot een volstrekt groteske karikatuur.

Een enkel opgeslagen gesampeld geluid wordt hier gebruikt als stemafhankelijke invulling: wanneer geen toonhoogte wordt gezongen, herneemt de synthesizer de toonhoogte van de vorige gezongen toonhoogte, al dan niet getransponeerd in funktie van het kompositorisch algoritme.

Choir (Godfried-Willem Raes)

Hier wordt vanuit een enkele stem een mannenkoortje samengesteld waarbij de samenstelling een funktie wordt van de beweging. Het koor bestaat uit maximaal 16 verschillende stemmen. Door temporele modulatie kon een minimale vorm van kanonische verwerking - met meerstemmigheid al weze die dan micropolyfoon - geïmplementeerd worden. Wanneer de beweging stilvalt, wordt de gezongen toon omlaag getransformeerd. Het bewegen brengt het koor tot stand. Op deze wijze kon een antifonale struktuur worden bereikt. De uitvoerderspartituur omvat heel wat mikrointervallische melodiek en is ook op ritmisch vlak erg kompleks. Estetisch liet dit toe klankeffekten te bereiken zoals we die onder meer kennen uit het koorwerk van Gyorgy Ligeti.

EQ's (Karin De Fleyt)

In deze song, waarin in hoofdzaak gebruik wordt gemaakt van ruisklanken, wordt gepoogd eigenschappen van de bewegingen van de spreker/zanger te gebruiken om de klankkleureigenschappen van diens stem in real-time te moduleren. Daartoe word het verloop van de vorm van die beweging in de tijd hier afgebeeld op de instellingen van een 15-bands grafische equalizer waardoorheen het vokale geluid wordt gestuurd. Technisch gesproken gaat het hier om de getransformeerde afbeelding van het spektrum van de bewegingen - de vorm van het gebaar - op dat van het audio gebied, - de kleur van de klank -.

Story (Moniek Darge)

Dit stuk waarin voor elke voorstelling een aan de situatie aangepaste non-semantische maar toch verhalende tekst wordt bedacht en gebruikt, vormt de geabstraheerde versie van een fantastisch sprookje. De zegging wordt ook hier in hoge mate ondersteund door de gestiek van de verteller. Wanneer deze gestiek verstilt, keert de stem terug naar haar normaliteit.

Ook hier bestaat de technische en artistieke mogelijkheid tot vervreemding van gestiek en narratie. Daarbij kan de spreker of lezer zich ook buiten de speelruimte - bvb. tussen het publiek - bevinden, terwijl de beweger/speler de gelezen tekst via zijn bewegingen en zonder zelf geluid te produceren, kan moduleren. De door de uitvoerders gekozen versie hangt af van kontekst en plaats van uitvoering.

Delta-T

In dit stuk bepalen drie-dimensionele bewegingseigenschappen de tijdsvertraging tussen onmiddellijk geproduceerd geluid en datgene wat via de luidsprekers hoorbaar wordt. Dit maakt real-time kanonisch musiceren tot een van de voor de hand liggende mogelijkheden. Deze kompositie laat toe een boeiend spel met (poly)ritmische strukturen te realiseren, vooral wanneer gebruik wordt gemaakt van de uit klassieke versvoeten (iamben, daktylen, trocheeën) samengestelde klankgedichten voorzien in de partituur:

  • ss ss ss sssssssst
  • stk stk stkk
  • ta takataa ta troemtaa
  • popipo tatapo tatapi takatopikapi
  • tang pilipi pilipi tong
  • tang tototoo tang
  • tiritiri tong toeng tang tong
  • taketa boem ping pong paa

Arp

Hier worden een reeks melodische patronen en timbrale transformaties afgebeeld op een bewegingstopografie verkregen op analoge wijze als in 'Harms'. Ook hier is het muzikaal rezultaat mede een funktie van de toonhoogtes die vokaal worden geproduceerd. De bewegingseigenschappen bepalen hier echter niet uitsluitend de toonhoogtetransformaties, maar eveneens de tijdsstrukturering van het mikro-muzikaal verloop. Om klanken aan te houden moet de beweging van de uitvoerder hier blijven doorgaan. Hoe heftiger de bewegingen hoe langer de duur van de arpeggio patronen. Door een gerichte selektie van de bewegingsvektoren kan de uitvoerder ook stuurbare feedbacks bereiken. Het plots en abrupt stoppen van de beweging geeft dan aanleiding tot een hoge accelaratiewaarde en zo op de lengte van de tijdsvertragingen.

Verbs

In deze kompositie wordt gepoogd het formaat van de ruimte een funktie te laten zijn van de mate waarin erop door beweging beslag wordt gelegd. Wanneer de speler niet beweegt, krimpt de ruimte ineen tot de afmetingen van een kartonnen doos. Wanneer hij heel ekspansief van de ruimte gebruik maakt, groeit zij aan tot de proporties van een overdekt sportstadion of een gotische katedraal. De grootte van de akoestische ruimte is een kontinue funktie van de door beweging in beslag genomen fysische ruimte: de grenzen van mijn wereld zijn de grenzen van mijn aktie.

Harms (Karin De Fleyt)

In deze song - de gezongen tegenhanger van 'Topoi' in het eerste boekdeel van A Book of Moves - worden op grond van de beweging gedetekteerde plaatsen in de speelruimte afgebeeld op harmonische transformaties van het stemgeluid. Een soort eigentijdse topografische vierstemmige close-harmony in zekere zin.

De gekreëerde harmonieën hangen niet alleen af van de bewegingsplaats in de ruimte, maar eveneens van de vokaal geproduceerde toonhoogte. Hierdoor werd het mogelijk een zekere mate van stemvoering te introduceren, daar waar we anders alleen zouden gekonfronteerd worden met parallel verschuivende vaste akkoorden of samenklanken. De samenstelling van de akkoorden en hun dispositie kan middels minieme handbewegingen worden gekontroleerd.

Shaman (Godfried-Willem Raes)

Het vertrekpunt wordt hier gevormd door op grond van snelle Fourieranalyses verkregen informatie over periodiciteiten in de bewegingen, te mappen op de kommandoset van een real-time sampler, betrokken op de stem. De ritmische basis, volledig afgeleid uit de eigen periodiciteit van de bewegingen, verloopt driestemmig. Voor elke bewegingsvektor wordt een eigen periodiciteits berekend die wordt hoorbaar gemaakt via bewegingsgestuurde eenvoudige samples van diverse trommelgeluiden. Door de aard van de hier gebruikte algoritmiek, is het onontbeerlijk dat de bewegingen een sterk periodiek karakter hebben. Dit, in kombinatie met het repetitieve dat het gevolg is van het gebruik van real-time sampling, geeft dit stuk het karakter van een rituele dans. Een wild shamanistisch gedanst gebed zo men wil...

Gurgle

Bewegingseigenschappen worden hier op een erg direkte wijze gemapt op aspekten van vergaande klanktransformatie vastgelegd in DSP algoritmen: bandfilters, waarvan de centrale frekwentie en de Q-faktor moduleerbaar zijn tot op de grens van resonantie, fazeverschuiving, delays, toonhoogteverschuiving, chorus, telkens met parametrische eigenschappen.

Het rezultaat is extreem en tast de grenzen van het technisch haalbare af. De klanktransformaties hebben iets weg van Tina Turner in een met stikstof gevulde batiskaaf tijdens een zware diepzeestorm...

SpecTim

In dit stuk wordt nauwelijks gebruik gemaakt van de stembanden. Alle audio-input wordt afgeleid van het fluiten van de uitvoerder. De informatie afkomstig uit een spektrumanalyze van de bewegingen wordt hier gemapt op de vijfvoudige temporele verschuivingen van de sonore input.

Link

In dit lied worden de mogelijkheden afgetast die ontstaan wanneer twee onafhankelijke stemmen worden gebruikt. Het werd een duet waarbij de toonhoogte van de ene stem, de verschuiving van de toonhoogte van de andere stem bepaalt, terwijl de bewegingen van de eigenaar van de andere stem dan weer de toonhoogteverschuivingen van de eerste stem determineren. Andere bewegingseigenschappen worden dan weer gemapt op aspekten van ruimtelijkheid en filtering van het totaal resultaat. In dit lied zijn beide uitvoerders dus innig en met elkaar verbonden en in elk muzikaal resultaat van elkaar afhankelijk gemaakt. Een einde in verzoening of in konflikt, in liefde of strijd, al naar gelang...

Tango

Zoals de titel laat vermoeden, wordt hier inderdaad gepoogd een tango in real time te komponeren, uitgaand van de bewegingen en de zang van de beweger. Het ritme wordt automatisch gesynchroniseerd met de beweging, terwijl de tonale struktuur afhankelijk is van de vokale inbreng.

Dr.Godfried-Willem RAES

 

Verklarend lexikon van gebruikte termen

  • Algoritme [Algorithm]: een samenhangend en konsistent systeem van regels waarmee een eerste verzameling gegevens of strukturen kan worden omgezet in een tweede.
  • Arbeid [Power]: de arbeid nodig om een beweging op een bepaald moment uit te voeren. Dit is het produkt van hoeveelheid bewegend lichaam met de bewegingssnelheid.
  • [Mapping] Inkaarting: een door de komponist vastgelegd geheel aan relaties tussen uit de bewegingen afgeleide informatie (bewegingsparameters) enerzijds en stuurbare parameters van de beoogde muzikale gebeurtenissen anerzijds. Komplekse vormen van mapping maken gebruik van algoritmische strukturen, waardoor redelijk komplekse muzikale rezulaten kunnen worden bereikt.
  • Non-vektorieel [Non-vectorial]: gegevens die onafhankelijk zijn van de bewegingsvectoren. Dit wordt langs wiskundige weg bereikt in de analoge komputer.
  • Oppervlakte [Surface]: de hoeveelheid bewegend lichaamsoppervlak op een bepaald moment.
  • Plaats [Place]: Op grond van de verkregen vektoriële informatie kan de komputer berekenen op welke plaats binnen de omschreven tetraëder van de opstelling een beweging plaatsgrijpt. Maximaal 14 plaatsen kunnen op deze wijze worden bepaald.
  • Snelheid [Velocity]: de bewegingssnelheid op een bepaald moment.
  • Spektrum [Spectrum]: wanneer we de beweging van de speler in de tijd beschouwen als een golfvorm in de tijd, dan kunnen we voor een gegeven aantal samples van die golfvorm, de spectrale samenstelling ervan berekenen. De sterkste spektraalkomponent komt meestal overeen met de grondfrekwentie van een eventueel in de beweging aanwezige periodiciteit of ritmiek. De berekening van het spektrum gebeurt door een diskrete Fouriertransformatie in de komputer.
  • Vektor [Vector]: een asrichting van waaruit Holosound de beweging bekijkt. Er zijn 3 asrichtingen, genaamd x,y,z. De z as is de loodrechte verbindingslijn tussen de opgehangen transducer en de bodem van het podium. De x-as vertrekt vanuit de linkertransducer en is gericht op het zwaartepunt van de denkbeeldige tetraëder gevormd door de zender en de drie ontvangende transducers. De y-as vertrekt vanuit de rechtertransducer en is eveneens gericht op het zwaartepunt van de tetraëder.
  • Vektorieel [Vectorial]: gegevens verworven vanuit een bepaalde vector (x,y of z). Zij zijn steeds mede een funktie van de cosinus van de hoek gevormd door de rechte vanuit de transducer gericht op het zwaartepunt van de tetraëder en die van de raaklijn op de baan van de beweging op het ogenblik van die beweging. (De eerste afgeleide van de bewegingsvergelijking, in wiskundige termen).
  • Versnelling [Acceleration]: de versnelling (positief of negatief) van een beweging gemeten binnen een vast tijdsinterval, als verschil tussen twee snelheden.

 

Technische specificaties

Te voorziene audio apparatuur:

  • Twee luidspreker-kombinaties op het podium, van uitstekende kwaliteit. Vermogen: min. 300W elk.
  • Stereo lijnversterker: input: XLR balanced 0dB/600Ohm, ofwel zonder ventilatoren, ofwel opgesteld ver van het podium (+15 meter).
  • Aansluitsnoeren voor versterker naar luidsprekers.
  • Symmetrische aansluitsnoeren voor de beide ingangskanalen.
  • Voor deze uitvoering is GEEN mixer nodig, evenmin als mikrofoons.
  • Indien mogelijk: mikrofoonstatief met reuzegiraf en tegengewicht. Hoogte: tot 4 meter, giraflengte: minstens 2 meter.
  • Deze produktie maakt o.m. gebruik van door ons meegebrachte draadloze mikrofoons, met bijhorende true diversity ontvangers. De overdrachtfrekwenties die worden gebruikt zijn: 181.000MHz, 179.400MHz, 180.675MHz en 182.900MHz. Deze frekwentiebanden mogen niet door andere apparatuur worden gebruikt.

Te voorziene lichtapparatuur:

  • Storingsvrij lichtorgel met minstens twaalf afzonderlijke kringen en minstens evenveel focuseerbare toneelprojektoren (500 a 200Watt).
  • 2 a 3 blauwe gels

Podiumruimte en overige rekwisieten:

  • Vrije podium afmetingen
  • Oppervlakte: 5m x 5m
  • Noodzakelijke vrije hoogte: 3m20
  • Tafeltje met een oppervlakte van circa 1m x 70cm, hoogte: 50 a 60 cm
  • Bijhorend laag stoeltje (evt. bankje, bak of blok) zonder leuning
  • Kleedkamer bereikbaar vanaf het podium.

 

Boekingen

  • Stichting Logos
  • t.a.v. Moniek DARGE
  • Kongostraat 35
  • B-9000 GENT
  • Belgie

tel.:[32]-9-223.80.89

fax.:[32]-9-225.04.34

e-mail: moniek.darge@logosfoundation.org

 

 

 

Terug naar de Logos Projecten Index

Laatste update: 2003-10-29