Pneumafoon Projekt
Godfried-Willem Raes

Mythes & Mytologie
Pneumafoon Kataloog
Pneumafoon Performances
Technische fiche voor Organisatoren
Foto's van recente uitvoeringen

 

Boreas, Favonius, Kolpia, Zu, Awhio-whio, Ehecatl, Apu-Hau, Oonawieh Unggi, Gucumatz, Aeolus, Tawhiri, Teshub, Seth, K, Eurus, Notus, Astraeos, Adad, Apu-Matangi, Ventus, Tembo, Xix, Shu, Njord...

allen Pneumafoons, pneumatisch aangedreven klankskulpturen of instrumenten, of beide, al naar gelang. Fluiten, enkelrieten, lippen, tongen, dubbelrieten, mirlitons, waterorgels, blaasmembranen enzomeer, vormen de individuele stem van elke pneumafoon afzonderlijk. Samen een groot blaasorkest: Pneumafoon.

Muziek is bewogen lucht, maar niet alle bewegende lucht klinkt op grond van haar beweging. Lucht is leven, omdat leven ademen betekent. Wanneer we muziek horen, dan ademen we trillende lucht. Zonder lucht is geen muziek mogelijk en alleen trillende lucht klinkt. Pneumafoon is luchtklank. Pneumafoon brengt lucht in beweging, perst lucht samen, in vele longen. Pneumafoon is mechanische adem en zet bewegende lucht om in trillende lucht. Het trillen van lucht is daarbij afhankelijk gemaakt van het bewegen van die lucht. De bewegingen van de lucht hangen af van de vele longen - twintig in getal. De vele longen zijn evenvele opgeblazen kussens. Op de kussens kan men zitten, liggen, rollen, wippen, waardoor de lucht bewogen wordt. De voortgebrachte klanken zijn afhankelijk van de bewegingen der longen, van de bewegingen van de mensen die zich aan de pneumafoon overleveren, zich door de pneumafoon laten verleiden.

Pneumafoon integreert klank en beweging op een intrinsieke wijze. De beweging wordt taktiel en sensueel. Een rollen van lichamen in een bad van trillende lucht. Een levend muzikaal environment, een uitnodiging tot aktieve beleving.

Pneumafoon werd gebouwd naar een idee en ontwerp van de vlaamse muziekmaker Godfried-Willem Raes. Bij de realisatie en uitwerking van het erg omvangrijke projekt - een uitwerking die verschillende jaren in beslag nam - hielp het hele gentse Logos-team : Moniek Darge, Tom Flamant, Guy De Bievre. De eerste -beperkte- versie en try-out van Pneumafoon werd gerealiseerd in opdracht van de Duitse stad Essen, ter gelegenheid van haar 'Spiel- und Klangstrasse 1983'. Later was het projekt - alsmaar groter - te zien en te horen in Eindhoven (Apollo-huis), Bonn (Beethovenhalle), Brussel (Atelier), Gent (Konservatorium), Neerpelt, Stuttgart (Kulturkilometer), Ferarra (Aterforum-festival), Frankfurt, Antwerpen (De Singel), Strombeek-bever, Diest, Leuven, Rijsel, Manchester...

Al bij al betreft het een erg groot projekt dat we, precies omwille van de relatieve zeldzaamheid waarmee we er - om materiele redenen - mee voor het publiek kunnen verschijnen, een dokument op plaat en in beeld waardig meenden te zijn. Pneumafoon kan op dit ogenblik in drie verschillende versies worden gepresenteerd : als installatie met klankskulpturen, volledig gericht op publieksparticipatie, in een koncertante versie - zoals op de Igloo LP-plaat uit 1987 gedokumenteerd met de opname daarvan in Ferarra - en in het Concerto voor Pneumafoon en Orgel.

 

 

 

 

Pneumafoons: Mythes & Mythologie

 

Iedere pneumafoon en iedere kompressor draagt de naam van een mythologische windgod, thuishorend in een verre oude kulturele traditie. Moniek Darge geeft U hun beschrijving, de fotografen Samuel Desplenter,Giovanni Deschampheleire en Marco Caselli hun beeld.

mythologie is anonieme kollektieve kunst
mythen zijn niet schatplichtig aan individuele uitvinders,
noch behoren zij eenenkele persoon toe
niemand eist auteursrechten op mythen
mythen inspireerden mensen tot een leven als artistiek beleven
mensen maakten mythen / mythen zijn paradoxaal
en mythen schiepen muziek, dans, lichaamsbeschildering,
performance, happening...of in een woord, l i v e - a r t
zonder grenzen tussen media
 
ooit waren mythen het hart van de kunst
een kloppend centrum van sociale aktiviteit
van leven delen
hoop & desillusie
lust & dood
liefde & angst
 
mythen inspireerden mensen zich een te weten met de natuur
wolk & rotsen
dieren & planten
mythen zijn manmade
kunst is manmade
laat kunst een mythe worden

laat kreativiteit vervloeien tot een kollektieve live-art zonder grenzen

 

 

 

Pneumafoon Kataloog

 

De kompressors

VENTUS, or "the wind"

In de antieke mythologie was VENTUS, "de Wind" een vruchtbaarheidsbrenger. Vandaar dat de lage-druk kompressor van ons pneumafoon-projekt Ventus heet, de wind van de vruchtbaarheid.

SHU

is de Egyptische wind die zijn dochter Nut,de hemel, als een over de aarde uitgestrekte vrouw omhoog tilt.Shu is het levensbeginsel in de Heliopolitische kosmologie, omdat hij door scheiding van hemel en aarde de wereld schiep. De krachtigste kompressor heet Shu, omdat hij het levensbeginsel van de pneumafonen is. Hij heeft een vertikale snuit en kan zes sterke windgoden voeden.

SET

Set is een jongere wind van Egyptische afkomst. Als zoon van Nut, de hemel, eiste hij het koninkrijk voor zich alleen op en bedreigde Ra met storm en donder, omdat hij vond dat hij niet goed genoeg behandeld werd. Als straf was Set gedwongen voor een onafgebroken bries te zorgen, zodat Osiris' bark zich doorheen het uitspansels zou kunnen voortbewegen. In een andere versie van deze mythe wordt Set verbannen naar het nachtelijke firmament, waar hij als Grote Beer schittert en zoveel kabaal kan maken als hij wil als god van wind en stormen. Set had rode haren en rode ogen, omdat rood in Egypte de kleur is van het kwaad. De derde kompressor, de jongste telg van het gezelschap, heet dan ook Set. Hij heeft een kenmerkende gouden snuit.

ASTRAEUS

De oudste der voor het pneumafoonprojekt gebruikte kompressoren . Tevens degene die de grootste luchtdruk vermag te leveren . Hij rust op een groot en breed bed, heeft twaalf uitgangen en straalt iets uit van de plechtstatige waardigheid der griekse antieken waaraan hij ook zijn naam ontleend. Astraeos, wind van dageraad en schemering en een van de vele minnaars van Eos, was de vader van de morgenster -eerstgeborene uit hun gemeenschap - die alleen werd achter gelaten in het uitspansel. Alle verdere sterren en winden werden dan gebaard door Eos. Zo stammen ook de andere griekse winden Eurus en Notus, beide gerealiseerd als pneumafoon, af van Astraeos en worden ook door hem met lucht gevoed. Astraeos voedt twaalf goden.

 

The Pneumafoon-skulpturen

ADAD, is de Babylonische God van Storm en Donder. In de Babylonische Mythe van de Vloed wordt ADAD levendig beschreven. Ea, de eerste der Babylonische goden, beval Utnapishtim een schip te bouwen, waarin hij het "zaad van alle levende dingen" moest onderbrengen.

"(Wat ik ook had) ik laadde het op.
Wat ik ook had aan goud, ik laadde het op.
Wat ik ook had aan zilver, ik laadde het op.
Wat ik ook aan levende wezens had, ik laadde het op..."

Toen bulderde de god van de donder en de bliksem, ADAD. De goden zelf waren verschrikt en kropen als honden ineen tegen de muren van de hemel. ADAD, de storm raasde zes dagen en zes nachten lang. ADAD is de pneumafoon met de grote trom, die net zoals ADAD de Stormgod hevig dondert en bliksemt.

AEOLUS, (Aiolos), "de Vernietiger van de Aarde". Zoon van Posseidon en Griekse god der Winden. Hij regeert over zijn opstandige onderdanen -de winden- die hij gevangen houdt in een grot op de Eolische Eilanden, of die hij meedraagt in een lederen tas. Van zodra hij de God Zeus ongehoorzaam is door zijn opstandelingen zonder toestemming vrij te laten, veroorzaken zij schipbreuk en vernietiging. Op een dag vroeg Aeolus aan Odysseus de lederen tas met winden naar het Griekse vasteland te brengen, doch eens te meer ontsnapten de winden en Odysseus leed alweer schipbreuk. AEOLUS, de god van de Winden, is de pneumafoon met de 4 plastiek fluiten die de vier windrichtingen symboliseren waarover deze god heerst.

APU-HAU, is een van de elf kinderen (elf stormgoden) van TAWHIRI, de god van orkanen en stormen in de Polynesische mythe. APU-HAU betekent "Hevige Kreet". Bijgevolg produceert de pneumafoon APU-HAU penetrante schreeuwen bij plotse, hevige windstoten door zijn metalen omgebogen orgelpijp, uitmondend in een brede gouden klankbeker.

APU-MATANGI, is nog een van de elf storm-god-kinderen van TAWHIRI. APU-MATANGI betekent "Wervelwind" in de Polynesische mythe. Daarom kreeg de pneumafoon die zijn ritmes en timbres verandert door een pneumatisch rotormechanisme deze naam.

AWHIO-WHIO, is de Australische god van de wervelwinden. Deze Aborigine-naam is onomatopeisch: hij imiteert het geluid van de Australische wervelwinden. En, de pneumafoon Awhio-Whio,imiteert op zijn beurt de klanken van zijn naam met twee plastiek fluiten die versterkt worden door twee kleine metalen hoorns.

BOREAS, is de Griekse NOORDENWIND of "De Verslinder". Hij is koud en hard. Boreas blaast vanuit Thracie (N.Griekenland), waar hij in een berggrot leeft. Eens ontvoerde hij de dochter van Erechtheus, koning van Athene, en dwong haar met hem te trouwen. Zij werd de koele bries die tijdens de hete zomerdagen frisse lucht aanvoert. De Atheners vereren BOREAS, omdat hij een belangrijke rol speelde tijdens hun Perzische oorlogen. Het was ook BOREAS die de storm ontketende, welke Heracles naar het eiland COS dreef. De vroegere Pelasgianen (een neolitisch volk dat naar Griekenland immigreerde) werden geboren uit BOREAS' tanden... Vermits de Griekse Noorderwind koud en hard is en wordt voorgesteld als een oude gebaarde en gevleugelde man, maakt de pneumafoon BOREAS diepe brommende geluiden en heeft hij een strenge strakke vorm. Zijn klankbuis is gevuld met water, waardoor zijn diepe stembuigingen mogelijk worden gemaakt.

EHECATL, of de Azteekse windgod ondersteunt de hemel met zijn handen en wordt geassocieerd met de vegetatie en de vruchtbaarheid, vandaar dat hij soms voorgesteld wordt als de graandrager of de drager van maiskolven. Tempels opgedragen aan Ehecatl hadden een circulaire vorm, vermits de wind Ehecatl niet tot eenenkele richting beperkt was. Ehecatl, de Heer der Winden, was een van de vele verschijningsvormen van Quetzalcoatl en werd gesymboliseerd als een doorlangs gesneden gedraaide schelp. Priesters droegen deze schelp als "windjuweel". Ehecatl, Heer der Winden, draagt een "windmasker", dat vooruitspringend als een scherpe snuit het onderste gedeelte van zijn gezicht bedekt. Het masker was felrood geschilderd en de vorm was afgeleid van de snoet van de Mexicaanse fluitende pad (Rhinophryne dorsalis). Deze vorm suggereert Moeder Aarde, als en kruising tussen een alligator en een pad. Kleine keramiek idolen van Ehecatl's windmasker werden in de Azteekse huizen bewaard. Ehecatl is de pneumafoon met rode kleur en ronde exponentiele hoorn, die zijn snuit ondeugend vooruitsteekt. Op die manier herinnert Ehecatl aan zijn ronde tempel evenals zijn snoet zo rood als deze van de fluitende pad. Ehecatl wipt op en neer als hij via kussens bespeeld wordt. Zijn klankmechanisme is een geprepareerd enkelriet.

EURUS, (euros), is een van de windzonen van EOS en ASTRAEUS. Eurus is de Zuid-oosten en Oostenwind. Eurus is een sterke wervelwind en bijgevolg werd de hevigste, luidste en onstuimigste pneumafoon naar hem genoemd. Door de aard van zijn mechanisme, een kaviteitsresonator, is hij ook de gevoeligste pneumafoon, en tot de allerstilste geluidjes en kreetjes in staat.

FAVONIUS, is de Latijnse naam van de Griekse ZEPHYROS of "De Wind van het Westen",die medio februari de lente aankondigt. Hij wordt gesymboliseerd door een gevleugelde jongeman. Op een dag blies de jaloerse Favonius de diskusschijf van Apollo opzettelijk de verkeerde kant uit, waardoor hij zijn rivaal Hyacintus doodde. De pneumafoon FAVONIUS is een levende kontradiktie met enerzijds zijn zachte fluittonen en anderzijds zijn vrij wreedaardig uiterlijk. Zijn zwarte pijpen kunnen beschouwd worden als slagtanden. De luchtcirculatie in deze geribde plastic electriciteitsslangen veroorzaakt door gekoppelde kaviteitsresonantie de sterk luchtdrukafhankelijke toonhoogtes.

GUCUMATZ, is in de scheppingslegende van de Mixteekse Indianen de Wind van de Negen Grotten. Gucumatz, in de gedaante van een gevleugelde slang, veroorzaakte, samen met zijn vriend de Wind van de Negen Slangen en voorgesteld als een vogel, het wegtrekken van de wateren der zondvloed, zodat uiteindelijk de aarde te voorschijn kwam. De pneumafoon Gucumatz heeft als Wind van de Negen Grotten, negen klinkende plastiek buizen. Het pneumafoonidee zelf ontwikkelde zich vanuit de konstruktie van Gucumatz en aldus was Gucumatz de oorzaak zelf van het verschijnen van de aarde. Gucumatz is tevens de grootste verslinder van wind.

K, is de Maya windgod. Hij is een der verschijningsvormen van Chac Mool, de Regen en Donder god. Door het feit dat omzeggens alle Maya literatuur verwoest is geworden, zijn de mythes van de Mayas helaas reeds lang vervaagd. K is de mysterieuze grote en slanke pneumafoon, die zijn klankmechanisme verbergt als een nimmer meer te ontsluieren geheim. Zijn vorm kan geassocieerd worden met zijn naam.

KOLPIA, is de wind van de Phoenicische Scheppingsmythe. In het begin was er Lucht en Chaos waaruit "Wind" en "Verlangen" geboren werden. Deze wind was KOLPIA. Wind en Verlangen schiepen Mot, de God van de Dood, in de vorm van een ei. In dat ei vormden zich schepsels die bewegingsloos en slapend het openbarsten van het ei afwachtten. Bij het breken van de schaal bleken zij de zon, de maan en de sterren te zijn. Het krassende geluid van een koperen rietje en de archaische vorm van de exponentiele hoorn zijn er de oorzaak van dat deze pneumafoon KOLPIA heet.

NJORD, de Wind-, Regen- en Storm-god van de Noorse mythe was een reus. Hij is de mannelijke vorm van JORD, de Moedergodin van de Aarde. In de dierenriem vertoeft hij als Noatun onder het teken van de Libra. Toen Njord evenwel Jord verving, leek het ongepast hem haar verblijfplaats en teken van de dierenriem toe te kennen en kreeg hij de daaropvolgende plaats. NJORD is de grootste pneumafoon, een reus. Hij transformeert de wind in kabbelende watergeluiden, aangezien hij de Regen en Stormgod is. .

NOTUS, (Notos), nog een zoon van ASTRAEUS, brengt warme winden vanuit het Zuiden. Vermits het Latijnse "Notus" ook "gekend" betekent, werd de naam van deze warme wind gegeven aan de pneumafoon die de gekende warme klank maakt van een houten afgedekte 17e eeuwse orgelpijp. In deze oude pijp werd een gat gezaagd dat door een lederen balg bij groter wordende luchtdruk dichtgaat, waardoor de toonhoogte zakt bij stijgende druk. Notus kalmeert, notus brengt een diepe zachte bezadigde rust. .

OONAWIEH UNGGI, "De Oudste Wind", is een windgod van de Cherokee Indianen. Oonawieh Unggi was een der belangrijkste godheden, samen met de biseksuele dondergod "De Rode Man of De Rode Vrouw" en de jachtgod "Steelse Blik", die ronddwaalde over de blauwe bergketens van Virginia. De pneumafoon Oonawieh Unggi, de Oudste Wind, drukt streng zijn waardigheid uit door zijn diepe klank en zijn elegante, hoewel kleine gedrongen vorm.

TAWHIRI, god van Orkanen en Stormen, had dertien kinderen. In de Polynesische mythe waren elf van deze kinderen stormgoden. Hun namen zijn een verslag van de stormen en wisselende weersomstandigheden die de Polynesiers, bij hun kolonisatie van de Stille Oceaan,tijdens hun vele lange zeereizen ontmoetten. De pneumafoon TAWHIRI versterkt zijn sirene-achtige flexibele tonen met een grote hyperbolische klankreflector, aangezien hij de Heer de Orkanen is.Voor zijn mechanisme werden enkele metalen sirenes speciaal aangemaakt en ingebouwd in zijn vertikale klankzuil.

TEMBO, is de laatste der pneumafonen, en komt niet voor op de opnames op de oude LP plaat. Als Afrikaanse windgod is hij zwart en onzichtbaar op het zwarte vinyl.

TESHUB, is de Hurritische Hittiten leider van de stormen, die de bliksem in zijn hand houdt. Hij rijdt in een primitieve wagen, getrokken door stieren over gepersonifieerde bergtoppen. De stier is zijn heilig dier. TESHUB doodde de draak Illuyankas. Toen TESHUB zijn vader, Kumarbi, onttroonde als koning der goden, organiseerde deze laatste een samenzwering tegen zijn eigen zoon TESHUB. Hij plande de schepping van een gevreesde rebel die TESHUB zou verslaan en diens stad, Kummiya, zou verwoesten. Hij verzekerde zich van de steun van de Zee door diens dochter te trouwen. Ook "Grote Bergtop " was zijn vriend. Ondertussen werd een zoon geboren en men noemde hem Ullikummi of " Vernietiger van Kummiya, stad van TESHUB". Het lichaam van het kind was uit dioriet gemaakt. De zoon werd naar de aarde gedragen en op de schouders van Upelluri (een ATLAS-figuur)geplaatst. Hier groeide hij op temidden van de zee. Toen hij zo groot was geworden dat de zee hem nog slechts tot aan het middel rijkte, ontdekte de zonnegod hem. En wat hij zag vervulde hem met angst en ontzetting. Hij haastte zich TESHUB hiervan op de hoogte te brengen en deze klom op een hoge berg, vanwaar hij de monsterachtige Ullikummi uit het water zag oprijzen. TESHUB weende bitter en besloot ten strijde te trekken. Met de oude zaag die hemel en aarde ooit van elkaar hadden gescheiden, verwoestte hij de diorietsteen en tevens de duistere macht. De grote pneumafoon, gemaakt van zware houten balken en een grote hyperbolische metalen klankreflector is TESHUB Hij produceert fier zijn strijdlustige diepe geluiden, voortgebracht door twee brede en om beurten werkende messingen rieten.

XIX, alias nummer negentien, is de hedendaagse pneumafoongod met de mysterieuze klank die een uitgesproken Japans karakter heeft en Zen-boedhistisch als het ware steeds zijn eigen naam vergeet. Xix is heer en meester over de Japanse zee en daarom veroorzaakt de wind golven in zijn twee olievaten die 4 hoorns - symbool van de vier windrichtingen - doen fluiten op een subtiele Japanse manier. Rood is zijn geliefkoosde kleur en waardig sereen zijn slanke verschijning.

ZU, is de Assyrische Stormgod, gesymboliseerd in de vorm van een vogel. Eens stal Zu de Scheppingstabletten en nam ze mee naar een bergtop, waar hij ze verborg. De zonnegod verzekerde de terugkeer van deze tabletten door Zu gevangen te nemen in een net. De pneumafoon Zu is klein en onopvallend, maar zijn karakter is listig, want hij maakt onverwachte geluiden met zijn beweeglijk riet. Zijn klankbeker is verzilverd en zijn hals gebogen als die van een watervogel.

Moniek Darge

september 1983 - august 1987

 

 

 

"Concerto voor Pneumafoons en Orgel"

Orgel en Pneumafoon, twee muziekinstrumenten die -als longen- onder een voortdurend blazen, klanken weten te toveren uit trillende lucht. Maar terwijl het orgel de luchtdruk nauwkeurig konstant houdt, is deze juist variabel bij de Pneumafoon. De toonhoogte- en register-wisselingen van het orgel vullen dan ook de gloednieuwe klanken van de Pneumafoon aan, nu eens kontrasterend dan weer harmonierend. Beide instrumenten, hoewel vertrekkend van eenzelfde principe, worden op die manier als het ware tegen elkaar uitgespeeld. Vandaar het concerto ...

Kompositorisch gezien is het stuk gebouwd als klankkleurkompositie. De toonhoogtestrukturen zijn uitsluitend relationeel bepaald. Hoewel geenszins een muziektheaterstuk, viel er tijdens het koncert waarvan deze opname de neerslag is,toch ook heel wat te bekijken : de bizarre vormen van de achttien klankskulpturen die deel uitmaken van de Pneumafoon steken door hun grilligheid sterk af tegen het serene uiterlijk van het orgel, dat er plechtstatig bijstaat. De foto op de hoes moge dit illustreren. En terwijl de Pneumafoonspelers op de talrijke opblaasbare kussens volgens de partituur bewegen en zo de luchtdruk varieren, zit de organist omzeggens onbeweeglijk achter het klavier.

Een konfrontatie tussen het sensuele haast erotische pneumafoonspel en het ingetogen vrome orgel, dat ondanks alles toch nog steeds een kerksfeer oproept. Maar,ook Pneumafoon heeft natuurlijk zijn eigen rituele betekenis, een betekenis die in zulke kombinatie overduidelijk aan het licht kan worden gebracht .De relatie tussen beide instrumenten is er een van doorlopende welhaast koncertante interaktie. Een dominant aanwezig verleden - een barok verguld orgelfront- tegenover een veel speelser, ondanks alles ook veel toegankelijker, eigentijds skulpturaal instrument, dat dan nog gebruik maakt van een vergelijkbare technologie : pneumatica en akoestiek. Uitvoerders voor deze opname, gemaakt in de koncertzaal van het Koninklijk Muziekkonservatorium te Gent op 6 februari 1986, tijdens de publieke voorstelling waren:

  • Pneumafoons: Guy De Bievre, Moniek Darge, Tom Flamant, Inge Kerkhove, Wim Belaen, Rik Deschynck, Hans Vuylsteke
  • Orgel-solist: Johan Huys
  • Pneumafoon-ventielen, partituur en direktie: Godfried-Willem Raes
  • Koncertproduktie: Muzikon i.s.m. Stichting Logos
  • Opname: Logos-Studio, Jef Pringiers
  • Cover-fotograaf: Giovanni De Schampheleire

 

"Pneumafoon Performance"

Van 8 tot 15 juni 1986 stegen er uit de 10e eeuwse Chiesa di San Romano, gelegen aan de voet van de basiliek van Ferrara, zo'n opmerkelijke klanken op, dat menig Ferranees moeite had zijn Italiaanse nieuwsgierigheid in te tomen tot op het uur van de officiele Aterforum-festival opening. Natuurlijk zat Logos hier weer voor iets tussen. Het unieke en door romaanse ingetogen soberheid gesierde kerkgebouw, herbergde het voltallige Pneumafoon-projekt, dat in het schitterende interieur -witgepleisterde muren met sporen van subtiele fresco's van weleer- prachtig tot zijn recht kwam. Vele duizenden geintrigeerde oren speurden naar de pneumafoongeluiden en binnen de kortste keren was de kerk-van-weleer uur na uur en dag aan dag gevuld met wemelende wentelende lichamen, benen, armen, handen en voeten die uitbundig de opblaasbare kussens te lijf gingen om nog meer nieuwe klanken uit de skulpturen te persen.

Naast Pneumafoon-projekt als installatie, was ook een Pneumafoonperformance door het Logos-ensemble gepland, waarvan we U hier de opname op plaat voorstellen. Notus en Boreas, de griekse zuid- en noorderwind, zorgen na de tutti en een rituele vokale inleiding, voor de baslijn, terwijl de regen- en stormgod Njord borrelende watergeluiden produceert, die langzaam versmelten met de fluittonen van romeinse,polynesische en maya winden. Eurus, zoon van Eos en Astraeus evenwel verscheurt snerpend het harmonisch samenspel, zijn verleden als orkaan indachtig. Er volgt een verwoed duel met de japanse XIX, toen nog de jongste telg van het gezelschap, die doorheen zijn beide oliebaden ritmisch-melodische klanken blies .XIX overwint maar zijn overwinning wordt onthaald op wilde staccato's vanuit de vele diverse windrichtingen van alle uithoeken van de wereld. Zelfs Oonawieh Unggi, de oudste wind der cherokee indianen was van de partij. De wervelwind Apu-matangi beslecht uiteindelijk het gevecht en luidt tevens het laatste deel van de kompositie in. Zachte gedekte labiaalpijptonen neurieen polyfoon een zwoel wiegende cluster, tot de babylonier Adad, donderend zijn stem verheft en het beeld van de zondvloed die hij eens ontketende oproept. De serene muren weergalmen in de nachtelijke uren van de performance het slotakkoord. Applaus.

Uitvoerders voor deze opname waren :

  • Pneumafoons: Kattie Couck, Moniek Darge, Tom Flamant, Godfried-Willem Raes
  • Koncertproduktie: Aterforum Festival Ferrara
  • Opname: Enrico Trevisani
  • Fotograaf: Marco Caselli




Recente performances:
  • 11.07.2017: Potsdam, Duitsland
  • 13.11.2016: Gent, Opera
  • 05.11.2016: Bozar, Bruxelles
  • 01.11.2016: Antwerpen, De Singel
  • 11-12.07.2009: Manchester International Festival (UK), with Moniek Darge, Katie Couck, Yvan Vandersanden, Kristof Lauwers.
  • 14.06.2008: Opera van Rijsel (Frankrijk) , with Moniek Darge, Kristof Lauwers, Sebastian Bradt, Katie Couck
  • 09.03.2008 : CC Leuven, Wagehuys - Pepernoot muziek festival
    animatoren: Moniek Darge, Sebastian Bradt, Kristof Lauwers, Godfried-Willem Raes
  • 02.03.2008 : CC Dilbeek - Pepernoot muziek festival
  • 24.02.2008 : Cultureel Centrum Diest
  • 03.02.2008 : Cultureel Centrum Strombeek Bever
  • 01.11.2001 : Vooruit, Gent (Nemo project)
  • 08-15.07.1986: Ferrara (Italia)
  • 1983: Essen (BRD) Klang und Spielstrasse

 

 

Naar Logos Projekten Naar Logos Website Naar Godfried-Willem Raes Naar Moniek Darge

 

Last update: 2016-10-05