Dr.Godfried-Willem RAES

Kursus Experimentele Muziek: Boekdeel 9: Literatuur, Aktualiteit en Kritiek

Hogeschool Gent : Departement Muziek & Drama


<Terug naar inhoudstafel kursus>    

9001:

Kanttekeningen bij onze aktuele muziekkultuur.

Mei 1988

DE STOUTE JAREN ... met een zeker cynisme

Gisteren las ik in De Standaard een koncertrecensie van Jacques Van Deun naar aanleiding van een koncert georganiseerd in het Brusselse Pvsk, met de Nieuwe Muziekgroep, waarin hij op grond van het ten gehore gebrachte programma meent te kunnen besluiten dat de muziek der jaren zestig hopeloos gedateerd is ...

Nou ja... het gebrachte programma was dat heel erg beslist, maar verdienen niet eerder de organisatoren hier een flinke veeg uit de pan? Hoe komt men erbij in het kader van De Stoute Jaren komponisten zoals Stockhausen, Goeyvaerts, Boesmans, Castiglioni te programmeren? Dit zijn immers deels komponisten met grote verdiensten vanaf de vroege jaren vijftig (Stockhausen, Goeyvaerts) en anderzijds onbenullige imitatoren (Boesmans en Castiglioni). Wie haalt het nu in zijn hoofd om uitgerekend de Nieuwe Muziekgroep te vragen zulk programma te verzorgen...

En dat terwijl er toch nog minstens een bestaande en ook werkelijk uit de gebeurtenissen rond 1968 gegroeide muzikale groep in ons land aktief is! Overigens ware het gepaster geweest Cornelius Cardew's 'The Great Learning' te laten opvoeren (1969) , een stuk dat mede aanleiding gaf tot het ontstaan van de Scratch-orchestra beweging in Engeland. Of nog, de vele interessante literatuur van de Amerikaanse West-coast... Het laten opvoeren door niet mentaal betrokken klassieke-muziek-professionelen van stukken met happeningelementen (zoals in Globokar) komt steeds potsierlijk over. Het is zelfs goedkoop dit te laten plaatsgrijpen. Men begrijpe mij hier niet verkeerd: ik heb volstrekt niets tegen de Nieuwe Muziekgroep, behalve misschien tegen hun naam -maar die is dan ook ambigu. Een nieuwe groep -waarvan de kwaliteit mij bij hun oprichting overigens positief verrast heeft- was het enkele jaren geleden zeker. Na die enkele jaren is het nieuwe er echter wel van af. Met nieuwe-muziek echter hebben ze maar bitter weinig te maken, en erin gespecialiseerd zijn ze beslist ook niet. Het is eerder zoiets als het vroegere Gentse Centrum voor Koncertvernieuwing, dat zich ook in eerste plaats verdienstelijk maakte op het gebied van de barokmuziek. Ook aan de Nieuwe Muziekgroep strekt het immers tot eer zich kwalitatief degelijk in te zetten voor een muzikale literatuur die zowel om hele goede als om hele slechte redenen, zelden wordt gespeeld of in de vergeethoek geraakte. Men late zich niet misleiden. Een op werkelijke muzikale vernieuwingen en diepgaande kritische analyse gerichte muzikale aktiviteit vertegenwoordigen zij echter niet. Daarvoor staan zij immers te ver af van de voor deze tijd zo typische muziekproduktie en daarvoor wortelt de struktuur zelf van het ensemble teveel in het verre muzikaal verleden.

Moeten we het initiatief tot dit koncert dan misschien begrijpen als een m.i. alleszins misplaatste afrekening tussen reaktionair postmodernisme en de werkelijke avant-gardes in de muziek? De werkelijke avant-gardes die overigens een konstante zijn doorheen de gehele twintigste eeuw, en beslist geen uitvinding van 1968. Kadert een en ander wellicht in de algehele sfeer van verrechtsing en revizionisme binnen onze eerbiedwaardige Brusselse instelling? Zou het ook te maken hebben met de groots opgezette reformistische kampagne die via BRT3 reeds maanden aan een stuk loopt ten gunste van het postmodernisme, waarvan we het bestaan zelf zelfs in twijfel durven trekken.

Moet dit alles dienen binnen een zorgvuldig beraamd komplot om met de al erg weinige overgebleven restanten kritisch denkwerk uit de jaren zestig, en overigens meteen ook uit vroegere avant-garde periodes uit de twintigste eeuw, endgultig komaf te maken? De lezer weet wellicht nog niet, dat binnen het Pvsk binnenkort ook de Animatiehall- het enige struktureel kultuurprogressief initiatief (een eiland?) dat binnen het Pvsk ooit ontstond , maar dat door de direktie zelf zelfs nooit ten volle is begrepen- er zal moeten aan geloven . De hele architektuur zal worden afgebroken. Letterlijk. Die Endlösung...

Nu houd ik persoonlijk ook niet zo heel veel van de term avant-garde, maar als we hem zien als een niet-stilistisch begrip, verwijzend naar het kreatieve in de kultuurproduktie van elk ogenblik, is hij beslist wel bruikbaar. Ook wordt ik zelf niet graag vastgeprikt en gelabeld als 68-er, hoewel die jaren beslist een openbloeien van een iets breder kritisch denken met zich hebben gebracht. Maar, wanneer er een strijd wordt opgezet tegen het kritische en kreatieve element in het proces van kultuurschepping, waarbij dit element als avant-garde wordt gebanbliksemd of valser nog, als verouderd wordt afgeschilderd, dan voel ik mij geroepen dit element als avant-garde te verdedigen. Immers een kultuur in beweging, die de noties vernieuwing, experiment en kritisch denken afwijst, is in wezen dekadent, kitscherig en autoritair. Een kultuur zonder avant-gardes is een stervende kultuur.

Godfried-Willem Raes

Mei, 1988


Filedate: 970928

Terug naar inhoudstafel kursus: <Index Kursus> Naar homepage dr.Godfried-Willem RAES