Dr.Godfried-Willem RAES

Kursus Experimentele Muziek: Boekdeel 4: Akoestiek , Organologie & Experimentele Instrumentenbouw

Hogeschool Gent : Departement Muziek & Drama


<Terug naar inhoudstafel kursus>   in the works

4031:

Doorslaande tongen en rieten.

Toegepast in instrumenten zoals: Cheng , mondharmonika, melodika, bandoneon, akkordeon en sommige negentiende eeuwse orgelregisters.

De akoestische teorie over staven ingeklemd aan een uiteinde wordt besproken in 4051.html. Anders dan bij instrumenten zoals de muziekdoos en de speelgoedpiano, worden in de hier behandelde instrumenten de trillingen van de ingeklemde plaat (het riet) verkregen door luchtverplaatsing. Het riet -meestal gemaakt uit hard messing, maar het kan ook uit plastic of bamboe vervaardigd worden, wordt in een nauwsluitende houder geplaatst. Deze houder wordt in een luchtkanaal (een toonkansel) geplaatst dat kan geopend of gesloten worden met een klep bediend door een toets.

De toetsindeling voor het knop akkordeon (er zijn 2 veel voorkomende organisaties, een gesteund op C en een op B als meest linkse toets) is hierboven weergeven. Deze organisatie is heel wat intelligenter dan die van het pianoklavier, met name omdat transposities steeds met eenzelfde vingerzetting kunnen worden gespeeld. Dit blijkt uit onderstaand voorbeeld:


memo:

staaf ingeklemd aan een uiteinde

Een formule voor de berekening van de grondtoon van dergelijke staven vinden we bij Olson, p.76:

f = (0.5596 / (l^2) ) SQR( ( Q (K^2)) / rho)

Voor Q, K en rho gelden dezelfde eenheden en regels zoals hiervoor behandeld bij vrij klinkende staven.

Filedate: 2007-11-26

Terug naar inhoudstafel kursus: <Index Kursus> Naar homepage dr.Godfried-Willem RAES